Economisch Amerika struikelt 2020 binnen
De stevige Nieuwjaarsrally, die zowat alle financiële deelmarkten gaande van aandelen over obligaties tot zelfs goud op sleeptouw nam, stokte al op de tweede handelsdag van het jaar. Daar speelde de Amerikaanse luchtaanval op belangrijke Iraanse militairen en de vrees voor een gewapend conflict uiteraard een belangrijke rol in. Niet alleen de oplopende spanningen in het Midden Oosten zorgden eind vorige week voor een verzuurd sentiment. Het Amerikaans bedrijfsvertrouwen stelde vrijdag immers fors teleur maar raakte, totaal onterecht, bedolven onder het geopolitiek nieuws.
Het ISM-bedrijfsvertrouwen in de verwerkende nijverheid onverwacht dieper weg in contractiegebied (beneden 50-grens). De algemene reeks voor de maand december eindigde op een povere 47.2. Dat is fors zwakker dan het verhoopte herstel tot 49.0 én het laagste niveau sinds juni 2009. Het beeld wordt nog grauwer als we de details even doorspitten. De productie in de maakindustrie kende een ware tuimelperte: van 49.1 tot 43.2. Die is het resultaat van een aanhoudende daling in de nieuwe orders. Het aantal binnenkomende bestellingen (46.8) daalt aan het snelste tempo sinds april 2009. Ook wat de export betreft, brengt de ontdooiing in het handelsconflict (voorlopig althans) maar weinig zoden aan de dijk. Voor de vijfde maal in zes maand bevindt de exportdeelreeks zich beneden 50 (47.3). Het gebrek aan nieuwe orders leidt tot het wegwerken van het achterstallig werk en dat met een almaar sneller inkrimpend personeelsbestand (45.1). Opmerkelijke vaststelling: betaalde prijzen is één van de weinige indicatoren die wel boven de 50-grens postvat. De deelreeks steeg met een stevige 5 punten tot 51.7 door stijgende staal- en koperprijzen. De Fed’s symmetrische 2%-inflatiedoelstelling marginaliseerde de meeste prijsdata. Toch loont het de moeite om deze indicator op de radar te houden, de geopolitieke spanningen en de impact op olie (vandaag dichtbij $70/vat) indachtig.
De impact op de financiële markten laat zich raden. De Amerikaanse rentedaling schakelde een versnelling hoger. De curve vlakte uiteindelijk af met renteverschillen van -4 bpn (2 jaar) tot -8.9 bpn (10 jaar). De dollar betaalde het gelag. EUR/USD herstelde van eerdere verliezen en sloot bijna onveranderd rond 1.1160. Het technisch beeld blijft daardoor tot nader bericht in het voordeel van de euro.
Economisch Amerika struikelde 2020 binnen en we twijfelen of het later deze week de rug kan rechten. We kijken in eerste instantie uit naar het ISM-bedrijfsvertrouwen in de dienstensector morgen. Beleggers rekenen op een licht herstel tot 54.5. Toch vraagt het wellicht een noemenswaardige – maar volgens ons weinig waarschijnlijke – positieve verrassing voor de Amerikaanse rentes en dollar om de lezing van afgelopen vrijdag door te slikken. De GM-staking vertekende het arbeidsmarktrapport van oktober en november. De december-editie (consensus: 162 000) op vrijdag verdient daarom zeker de aandacht. We zien een reële kans op een negatieve verrassing na de indrukwekkende prestatie in november. In concreto betekent dit dat de huidige neerwaartse correctie in Amerikaanse rentes mogelijk nog niet ten einde is. Wat de dollar betreft, profiteerde de greenback recent nauwelijks van zijn (betwiste) status als veilige haven. EUR/USD noteert momenteel kortbij 1.12. De economische data deze week luiden mogelijk een nieuw, duurzaam evenwicht boven die belangrijke weerstand in.