De Fed denkt na
Het (Fed) monetair beleid is waarschijnlijk op een rustpunt terecht gekomen. De Fed gaf de economie sinds juli drie ‘inentingen’ van 25 bpn om ze te beschermen tegen een cyclisch griepje, dat een aantal andere economieën heeft besmet. Na de verlaging eind oktober gaf de Fed aan dat dit moet volstaan om de groei op koers te houden. Als de vooruitzichten niet echt grondig veranderen, kan de Fed beleidsrente waarschijnlijk voor langere tijd op het huidige niveau blijven. Gezien de blijvend matige inflatie die de voorbije jaren meestal ook iets beneden de doelzone van 2.0% bleef, ligt de lat voor een eventuele verhoging hoog, zelfs als het economisch beter gaat.
Naast het dag-aan-dag beleid is de Fed ook bezig met een herziening van het beleidskader. Zo onderzoekt de Fed haar beleid sinds de financiële crisis en gaat ze na of ze haar aanpak in de toekomst kan verbeteren. Gisteren liet één van de tenoren binnen de Fed, Lael Brainard, haar licht schijnen over wat er kan veranderen.
Brainard vertrekt van enkele vaststellingen. De Fed heeft het al een tijd moeilijk om de inflatie in de buurt van de 2% doelstelling te houden. De inflatie reageert veel minder op een vrij hoge capaciteitsbezetting. Derde vaststelling is dat de neutrale beleidsrente die inflatie kortbij 2.0% houdt en maximale tewerkstelling ondersteunt, nu blijkbaar veel lager ligt dan vroeger. De Fed (alvast Brainard) stelt de 2%-doelstelling niet in twijfel. De Fed wil nog steeds het risico vermijden dat een blijvend te lage inflatie de vraag in de economie negatief beïnvloedt (uitstellen van bestedingen in het vooruitzicht van prijsverlagingen), al kan je de vraag stellen of dat mechanisme op dit ogenblik echt aan het werk is. Stellen mensen hun aankopen uit omdat de inflatie iets beneden 2% blijft?. Een te lage inflatie maakt het voor de centrale bank ook moeilijk om de economie te stimuleren bij een terugval. Immers, monetaire stimulering gebeurt vooral door een lage (negatieve) reële rente. Als de inflatie laag is bij de start van de crisis, is het moeilijk om de reële rente negatief te maken, tenzij je overgaat tot negatieve rentes. In recente Fed-communicatie wordt dit niet formeel uitgesloten, maar een negatieve (beleids)rente ligt in de VS om principiële en praktische redenen de facto moeilijk.
Om de vermelde problemen het hoofd te bieden, pikt ook Brainard het idee op om de inflatie tijdelijk boven de 2% te laten uitstijgen na een periode dat de doelstelling niet gehaald werd. Ze lanceert ook het idee van een soort ‘alternatief’ voor het kwantitatief monetair beleid van de aankoop van activa. Als de korte beleidsrente haar bodem heeft bereikt (ergens in de buurt van 0%?) kan de Fed ook de rente op iets langere looptijden tijdelijk naar een lager niveau brengen door obligatieaankopen. Ze zal de markten dan duidelijk aangeven welke voorwaarden, bijvoorbeeld inzake tewerkstelling en/of inflatie, moeten voldaan worden om die ‘curvecontrole’ te stoppen. Het beleid zou zich dus meer toespitsen op renteniveaus dan op de verschaffing van een grote hoeveelheid liquiditeit. Brainard denkt dat deze ‘rente-aanpak’ de markt meer duidelijkheid biedt dan het kwantitatief monetair beleid zoals we dat nu kennen.
De denkoefening van Brainard ondersteunt de gedachte dat de Fed eerder wat langer kan wachten om het beleid eventueel te verstrakken dan in het verleden het geval was. Het hele opzet gaat natuurlijk vooral uit van de veronderstelling dat de inflatie eerder te laag dan te hoog zal blijven. Voorlopig is dat een evidentie, maar ook dat is op langere termijn geen axioma.