Pond zet zwakke PMI’s vlot opzij
Afgelopen vrijdag ging alle aandacht naar Europa. Beleggers wilden de verwachte economische heropleving graag (eindelijk) in de data weerspiegeld zien. Het Europees PMI-bedrijfsvertrouwen (november) overschaduwde daardoor het Britse equivalent. De cijfers zijn nochtans wel een analyse waard.
Het is niet zo denderend gesteld met het vertrouwen van de gemiddelde Britse aankoopdirecteur. De algemene (‘composite’) deelreeks viel in november onverwacht terug van 50.0, de grens tussen economische groei en contractie, tot 48.5. De deelreeks van de dienstensector oogt niet veel beter: 48.6 vs. 50.0 in oktober. Beiden zijn de zwakste cijfers sinds de lezing kort na het brexitreferendum in 2016. De maakindustrie tekende na twee opeenvolgende stijgingen opnieuw een groter dan verwacht verval tot 48.3 op. De daling in beide sectoren is breed gedragen: nieuwe orders, productievolumes en tewerkstelling stonden allemaal onder druk. De verwerkende nijverheid anticipeerde vorige maand nog op de toenmalige brexitdeadline van 31 oktober met een forse voorraadopbouw. Die werd in november teruggeschroefd en woog bijkomend door op het eindcijfer. De Britse bedrijven wezen met de beschuldigende vinger naar de zwakkere binnenlandse economie en het gebrek aan duidelijkheid over brexit.
Het pond had de zwakke cijferreeks – voor de verandering – gezien, maar ook niet meer dan dat. EUR/GBP veerde vanuit 0.856 op richting 0.86. Een breuk was niet aan de orde. De flauwe reactie van sterling op economische cijfers en het beleid van de Bank of England valt ons al langer op. De munt wordt op dit moment voornamelijk geïnspireerd door een derde verklarende variabele, de politiek. In dit verband leeft sterling momenteel op hoop. De markt rekent erop dat de Conservatieve Partij van premier Boris Johnson op 12 december terug een meerderheid verovert in het Britse parlement. Ze heeft daarvoor goede redenen: Johnson biedt tot nader order het meest concrete vooruitzicht op de afhandeling van de nu al drie jaar aanslepende brexit. Verder streeft Johnson ook een marktvriendelijk programma na. In het vrij bescheiden manifest dat hij gisteren uit de doeken deed, belooft Johnson onder meer de BTW niet te verhogen en een verlaging van de inkomstenbelasting. Onder BoJo blijven de overheidsuitgaven beperkt tot een additionele 2.9 miljard pond per jaar. Ter vergelijking: oppositieleider Corbyn’s gewaagd investerings-, of beter: nationaliseringsplan vraagt een vermenigvuldiging met factor 28.
De meest recente polls wijzen nog steeds op een comfortabele voorsprong voor de Conservatieve Partij. De Tories zouden zo’n 42% van de kiezers overtuigen. Labour volgt als tweede met 30% terwijl het momentum voor de Liberal Democrats (16%) wegkwijnt. “Polls don’t vote”, maar dat zal het pond momenteel worst wezen. De munt recupereert vandaag vlotjes (meer dan) alle vrijdagverliezen. EUR/GBP noteert momenteel rond 0.855. We zijn en blijven van mening dat er aan de huidige niveaus al heel wat positief nieuws verdisconteerd is. Niettemin heeft de ‘contraire’ investeerder die inzet op de tegenbeweging daar tot nader bericht weinig plezier aan beleefd. Het pond is en blijft op korte termijn waarschijnlijk in goede doen. Tenzij Johnson zich tijdens de laatste campagneweken alsnog in de voet schiet, zien we weinig redenen die ons van het tegendeel kunnen overtuigen. Het opwaarts potentieel van het pond raakt volgens ons wel stilaan opgebruikt. EUR/GBP 0.85 is een stevige steun.