Duitse industriële innovatie sleutel tot herstel
De negatieve Duitse groeicijfers voor Q2 zinderen nog na op de markten. Zij wakkeren de vrees aan dat een Duitse recessie de ganse Europese economie zal meesleuren in een neerwaartse spiraal. Zelfs wereldwijd baart dit zorgen, zoals bleek uit de expliciete vermelding van een Europese groeivertraging als risicofactor in Powell’s speech na de Fed-renteverlaging. Belangrijkste oorzaak voor de Duitse terugval zijn de binnenlandse en internationale moeilijkheden waarmee de Duitse industrie kampt. Maar het is zeker niet overal kommer en kwel in de Duitse industrie. Laat ons even dieper inzoomen op de industriële revolutie die onze oosterburen meemaken.
Het afgelopen decennium kon de Duitse industrie zich duidelijk manifesteren als de locomotief van de Europese economie. De groei werd ondersteund door vraag- en aanbodfactoren. De ontluikende Chinese markt, maar ook de nabije Oost-Europese markten boden Duitse exporteurs nieuwe opportuniteiten. Een binnenlands beleid van gematigde arbeidskostengroei versterkte de Duitse concurrentiekracht en de schaarste in de arbeidsmarkt kon worden opgevangen door het verplaatsen van productie naar het oostelijke hinterland. Innovatie werd een belangrijke focus, in bijzonder via samenwerkingen met de Duitse universiteiten. De meeste van die succesfactoren staan nu onder druk. De internationale vraag zwakt af, onder meer door de Amerikaans-Chinese handelsoorlog, en de arbeidsreserve in Oost-Europa is uitgeput. De Duitse innovatie zet dan ook sterk in op arbeidsbesparende technologieën, denk aan robotisering in het productieproces, ook wel procesinnovatie genoemd in het vakjargon. Eind 2018 gebruikten 16% van de Duitse ondernemingen robots in hun productieproces. Bij grote ondernemingen (met meer dan 250 werknemers) loopt dat percentage zelfs op tot 53% waarbij Duitsland de absolute kampioen is binnen Europa.
Een aantal industriële omwentelingen die internationaal aan de gang zijn dwingen Duitsland nu tot een andere aanpak. De vergroening van automodellen vergt, bijvoorbeeld, een ander soort innovatie en een andere soort implementatie ervan. Het gaat om een snelle productinnovatie en niet zozeer om een procesinnovatie. Die technologische transitie vergt dus veel meer tijd en verklaart de disruptie die we momenteel meemaken in Duitsland.
Toch is de verwachting dat deze evolutie uiteindelijk zal uitmonden in een succesvolle industriële revolutie. De Duitse economie heeft een sterke budgettaire spurt achter de rug op het vlak van R&D-uitgaven (zie figuur). De winstgevendheid van grootste Duitse concerns laat toe om verder te investeren in deze overgang en de Duitse overheid beschikt over de nodige financiële reserves om de markt eventueel te ondersteunen. Dat laatste zal uiteraard geen blanco cheque zijn, al is het maar omdat dit volgens de Europese regels rond staatssteun aan ondernemingen verboden is. Maar de grote Duitse klimaattop in september zou mogelijk het startschot kunnen worden van een ambitieus klimaatplan waarbij de facto de Duitse industrie wordt ondersteund in een transitie naar meer milieuvriendelijke technieken en producten. In tegenstelling tot Duitsland zien we nergens in andere grote Europese landen een gelijkaardige gunstige omgeving.
De Duitse locomotief sputtert, maar dat zal tijdelijk zijn. De timing van de technologische transitie komt ongelegen in het huidige woelige internationale politiek. De locomotief is log en traag, maar eens in de juiste richting, zal Duitsland opnieuw het voortouw nemen in de Europese industriële heropleving. Geduld is nodig, maar dat is helaas een zeldzame eigenschap op de markten.
Jan Van Hove, KBC Group Chief Economist