Een zomerse gelatenheid
China bracht gisteren als eerste de tweedekwartaalgroeicijfers uit. Het is bekend dat je die beter met een – en liefst meerdere – grote korrel(s) zout neemt. Het is echter geen reden om de boodschap van de Chinese statistici totaal te negeren: de groei koelde tijdens het tweede kwartaal af en wel tot het laagste niveau ooit.
De Chinese economie groeide 6.3% tijdens de eerste jaarhelft van 2019. Dat is een verdere afbrokkeling van de 6.4% tijdens het vorige kwartaal. Het is tevens het traagste tempo sinds China met de metingen begon. Toegegeven, de kwartaaldynamiek (1.6% kw/kw) en de maandelijkse datareeksen voor juni (kleinhandelsverkopen, industriële productie, investeringsgroei) werpen de eerste voorzichtige tekenen van uitbodeming op. Niettemin koelde de Chinese groei duidelijk af en dat is minstens deels gerelateerd aan binnenlandse factoren. Zo daalde het aandeel van de binnenlandse consumptie in de groei tijdens de eerste jaarhelft tot ruwweg 60% tegenover 65% gemeten in Q1. Ook de private investeringsgroei brokkelde verder af. Het tegenovergestelde is waar voor de publieke investeringsgroei, allicht het gevolg van het stimulerend beleid. Chinese import daalde merkelijk maar de export bleef in de eerste jaarhelft, ondanks het handelsdispuut met de VS, min of meer stabiel. Het weerhield Trump maandag evenwel niet van een twittersneer. De opgelegde invoerheffingen zullen China uiteindelijk tot een handelsakkoord dwingen, aldus de Amerikaanse president. In dit verband ontmoet de VS de Chinese collega’s mogelijk binnenkort. Dat maakte Amerikaans minister van Financiën Mnuchin gisteren nog bekend. Dat Amerikaans-Chinese handelsconflict is nog steeds één van de donkerste wolken boven de globale economie. Veel duidelijkheid rond de stand van zaken sinds het hernieuwde staakt-het-vuren is er niet. Evenmin is er concreet uitzicht op een akkoord in de voorzienbare toekomst.
Toch deert het handelsconflict, en bij uitbreiding de globale economische-politieke onzekerheid, de markten echter amper. Vooral de Amerikaanse beurzen doen het recent bijzonder goed. De belangrijkste indices rijgen de records aan elkaar. Het doet een zekere vorm van gelatenheid vermoeden: de geopolitieke risico’s worden makkelijkheidshalve genegeerd, het handelsconflict loopt allicht niet uit de hand, China zal de groeivertraging wel met gezond gedoseerde stimulus opvangen en drie tot vier preventieve renteverlagingen door de Amerikaanse centrale bank zijn vanuit marktoogpunt een quasi-zekerheid. Ook op de wisselmarkten is er van nervositeit weinig sprake. EUR/USD nestelde zich recent in de 1.12/14-handelsband en kent geen duidelijke richting. We verwachten op korte termijn een gelijkaardig handelspatroon. Daar hebben de zomerperiode en bijhorende beperkte verhandelde volumes een belangrijk aandeel in. Tegelijk kreeg de markt de belangrijkste economische data al voorgeschoteld en telt ze nu vooral af naar de Fed- en ECB-beleidsvergaderingen eind juli. In een dergelijke context zien we ook ruimte voor consolidatie op de rentemarkt. De Amerikaanse 10j.-rente verwierp een test van het 2%-steunniveau. De Duitse 10j.-rente (-0.26%) veerde op van de historisch lage -0.40%. We denken dat ze daarmee minstens op korte termijn het neerwaarts trendkanaal achter zich laat. We stellen een zijwaartse handelsband voorop tussen het -0.40%-dieptepunt en het 1ste technisch belangrijk niveau rond -0.13%.