RBNZ bijt de rentespits af
Het is gebeurd. De centrale bank van Nieuw-Zeeland (RBNZ) zette woensdag het mes in de beleidsrente. Het is daarmee de eerste “grote” economie die de stap zet. Ze verlaagde de rente met 25 basispunten verlaagd tot een nieuw diepterecord van 1.50%. De vorige renteverlaging dateerde al van november 2016.
De beleidsbeslissing kwam niet als een verrassing. Gouverneur Orr masseerde de markten eind maart al in die richting. De RBNZ alludeerde toen op een renteverlaging omwille van de globale groeivertraging en afzwakkende binnenlandse consumptie (onder meer gerelateerd aan de afkoelende huizenmarkt). De aanhoudende groeionzekerheid en de Nieuw-Zeelandse data suggereerden sindsdien niet meteen beterschap. Meer zelfs. De arbeidsmarkt nadert op vandaag volledige tewerkstelling maar volgens de RBNZ ogen de vooruitzichten iets minder rooskleurig. De inflatie, de tweede pijler in het rentebeleid, stelde de afgelopen maanden teleur. Die bedroeg in het eerste kwartaal van dit jaar slechts 1.5% op jaarbasis. De RBNZ streeft naar 2% op middellange termijn en verwacht die min of meer te halen vanaf 2020 (1.9%). Inzake groei stelde de centrale bank de vooruitzichten neerwaarts bij voor het huidige en volgende jaar (2.6% j/j). Ze trok de groei voor 2021 en 2022 op tot respectievelijk 3.1% en 2.5%. Het vooropgesteld rentepad suggereert weinig beweging in de komende jaren. De RBNZ vindt het huidige renteniveau consistent met haar duaal mandaat. Het rijmt met de neutrale houding die ze tijdens de beleidsvergadering aannam. Ze positioneerde zich voorheen aan de softe kant.
De kiwidollar en de Nieuw-Zeelandse rente gingen even onderuit na de beleidsbeslissing maar keerden grotendeels op hun stappen terug. De markt nam sinds eind maart al een stevig voorschot op een renteverlaging. De 10j.-rente tuimelde bijna 15 basispunten en NZD/USD (momenteel rond 0.657) belandde in een neerwaarts kanaal. Legt de neutrale houding van de RBNZ op korte termijn een bodem onder de munt en de rentes
Norges bank
Tijdens de maartvergadering roeide de Noorse centrale bank tegen de stroom in. Ze verhoogde toen de beleidsrente met 25 basispunten tot 1% op basis van sterke groei en inflatie(vooruitzichten). Ze stelde zelfs een nieuwe renteverhoging voorop binnen een termijn van zes maanden. De markten omcirkelden 19 september in het rood. De centrale bank liet de rente vanmorgen dan ook niet onverwacht stabiel. Omdat de economische vooruitzichten sinds maart niet fundamenteel wijzigden en inflatie iets forser oploopt dan verwacht, gaat de centrale bank door met haar graduele beleidsnormalisatie. Gouverneur Olsen verraste in het beleidscommuniqué echter met de timing van die volgende renteverhoging. Die komt er “naar alle waarschijnlijkheid” al op 20 juni.
De Noorse kroon profiteert van de sneller dan verwachte rentesteun maar een fors herstel blijft voorlopig uit. EUR/NOK noteert momenteel rond 9.8, iets lager dan het openingsniveau. De markt wacht mogelijk enkele cruciale data (CPI morgen, BBP volgende week) af vooraleer de Noorse kroon, recent terug onder druk door de dalende olieprijs, terug te omarmen. Eerst (de data) zien, dan (de centrale bank) geloven.