PMI’s nemen groeioptimisten tegenvoets
Sterke Chinese data (kredietverlening, handelsbalans) zetten de markten vrijdag stevig onder stoom. Het groeipessimisme ging liggen. Even. Sinds het begin van de week ging het momentum immers wat liggen. De markt wil meer bewijs dat de groeivertraging inderdaad stilaan tot het verleden behoort vooraleer ze op het elan van vrijdag doorgaat. Het verhoopte uitsluitsel door de eerste kwartaalresultaten en vooral vooruitzichten van de bedrijven bleef uit. De Chinese groeicijfers borgen gisteren in eerste instantie het groei-doemscenario wel op. Maar de kwakkelprestatie van de Amerikaanse beurzen gisteren en de Aziatische markten vanmorgen suggereerden dat er toch nog enige ongerustheid bij beleggers schuilt.
Die bleek niet helemaal onterecht. De Chinese groei verraste dan wel positief (maar hou het zout tijdens de analyse toch maar dicht bij de hand) maar in de eurozone blijven de signalen van economische heropleving vooralsnog uiterst beperkt. Zo brokkelt het Franse PMI-bedrijfsvertrouwen in de verwerkende nijverheid in april onverwacht verder af tot 49.6. Een cijfer onder de 50 wijst op economische contractie. Het vertrouwen in de dienstensector nestelt zich wel boven die grens, maar het absolute niveau (50.5) biedt weinig redenen voor euforie. In Duitsland, de economische voortrekker van het Europese blok, is de situatie evenmin opbeurend. Het eerste herstel (van 44.1 tot 44.5) sinds negen maanden in de verwerkende nijverheid is minder dan verwacht (45.0). De indicator blijft bovendien diep verzonken in contractiegebied. De oorzaak voor de aanhoudende malaise vindt haar oorsprong in een scherpe daling van de productie en de export. Ook het aantal binnenlandse orders daalde opnieuw, al gebeurde dat aan een iets trager tempo. De gepeilde aankoopdirecteurs halen de sterk competitieve omgeving en een afkoelende globale vraag aan. Vooral de autosector blijft de zwakke schakel. Ze merken in dat verband ook enige terughoudendheid bij het Britse cliënteel op. De dienstensector weet zich wel nog steeds te handhaven (55.6 vs. 55.0 verwacht). Dat brengt ons tot de teleurstellende prestatie van de eurozone in haar geheel. Het PMI-vertrouwen in de verwerkende nijverheid klokt af op 47.8, onder de lat van 48.0 en nauwelijks hoger dan in maart (47.5). Opmerkelijk: ondanks het licht herstel in Frankrijk en het solide niveau in Duitsland, glijdt de dienstencomponent uit van 53.3 tot 52.5 in april (53.1 verwacht). Elders in de eurozone rapporteerde men minder nieuwe zakelijke opportuniteiten en werden de vooruitzichten zelfs neerwaarts bijgesteld.
Deze laatste datareeks neemt de groeioptimisten tegenvoets. De EU is een belangrijke speler op het economisch wereldtoneel. Toch suggereren de cijfers dat de heropleving van het blok minstens op korte termijn uitblijft. De Duitse overheid zette gisteren nog het mes in de groeivooruitzichten. Ook IHS Markit, het onderzoeksbureau verantwoordelijk voor de samenstelling en publicatie van de PMI’s, stelt op basis van de laatste cijfers een groei van meer dan 1% ernstig in vraag. Een pijnlijke conclusie die ook de markten niet is ontgaan. De euro kreeg een oplawaai en tuimelde tot kortbij EUR/USD 1.1250. De rentes op het lange eind van de curve zakten tot 5bp. Straks krijgen we belangrijke Amerikaanse data. Kunnen die de markt wel overtuigen?