Olie anno 2019: “New Year, new me”?
De economische kalender is traditiegetrouw mager in de week volgend op het arbeidsmarktrapport in de VS. Het duurt ook nog even vooraleer de belangrijkste centrale banken na de ECB woensdag opnieuw aan zet zijn en het resultatenseizoen (eerste kwartaal 2019) gaat pas volgende week echt van start. Op (geo)politiek gebied gaat het Amerikaans-Chinese handelsconflict mogelijk de laatste rechte lijn in. De Amerikaans-Europese handelsgesprekken moeten het startschot krijgen. En brexit is met een ‘flextension’ van maximaal zes maanden terug op de lange baan geschoven. We zijn m.a.w. even aanbeland in een economisch en politiek vacuüm. De beurzen illustreren dat. Zowel in de VS als Europa trappelen de aandelenmarkten nu al enkele dagen ter plaatse, zij het na een bijzonder sterk eerste kwartaal. We werpen daarom even een blik op die andere remonte: die van olie.
De prijs van het zwarte goud kelderde eind vorig jaar. Een vat ruwe Brentolie kostte begin oktober ongeveer $85/vat maar sloot het jaar af net boven de kaap van $50. Een positieve aanbodschok was de aanleiding van de daling. De Iraanse olieproductie en -export viel onder de boycot minder fors terug dan initieel gedacht. Daarnaast hield Saudi-Arabië onder druk van de VS de olieproductie op quasi recordniveaus. De negatieve vraagschok is de tweede verklarende variabele. Vooral eind 2018 ontstond paniek op de markten omtrent het groeipad van de wereldeconomie. De vrees bestond er onder andere in dat de Fed een veel te agressief beleid voerde die de Amerikaanse economie bedreigde. Anno 2019 vergaat het olie een pak beter. De koers herstelde zich sinds begin januari tot boven de psychologisch belangrijke $70-kaap vandaag. “New Year, new me”? De onderliggende elementen van de olieprijs zijn inderdaad in zekere mate gewijzigd. De financiële pers haalt zeer vaak het aanbodsargument aan. Het klopt dat OPEC+, het consortium van de belangrijkste olieproducenten, de productie stevig aan banden heeft gelegd ter ondersteuning van de prijs. Ook de economische disruptie in belangrijke olie-exporteurs zoals Venezuela snijdt stevig in de productie. Maar het aanbod is net zoals in 2018 slechts een deel van het verhaal. De vraag speelt ook een belangrijke rol. Door zich begin 2019 aan de zijkant te plaatsen, voerde de Fed de grootste groeipaniek af. Data waren overwegend teleurstellend bij de start van het jaar. Maar zowel Amerikaanse als Europese en zopas nog Chinese cijfers tonen voorzichtige tekenen van uitbodeming. We merken ook het herstel van de inflatieverwachtingen (vooral in VS) op. Het suggereert dat beleggers geen rekening houden met een totale ineenstorting van de economie (in de VS).
Maar de olieprijs hapt net zoals de meeste beurzen de laatste dagen naar adem. Technisch gezien botst de grondstof op weerstand rond het $72-niveau (zie grafiek). Maar ook fundamenteel houdt de pauze steek. De olieprijs noteert aan de huidige niveaus eerder neutraal, zwevend tussen het ongebreideld groeioptimisme van $85/vat en het recessie-doemscenario van $50/vat. De recente datareeksen zijn prematuur. Het is daarom te voorbarig voor sterke conclusies omtrent de economische toestand. Gelukkig staan we aan de vooravond van het resultatenseizoen. De vooruitzichten die de bedrijven meegeven zijn immers een indicatie voor de brede economie. Olie is op een “make or break” moment aanbeland, zowel vanuit een technisch als fundamenteel perspectief. Geven de bedrijfsresultaten verder richting?