Euroscepticisme zal EU niet klein krijgen

Economische Opinie

Cora Vandamme

Eind mei gaan de EU-burgers naar de stembus om een nieuw Europees Parlement (EP) te kiezen. De opmars van populistische en eurosceptische partijen in verschillende EU-landen voedt de gedachte dat de verkiezingsuitslag een grote impact zal hebben op het voortbestaan van de EU. Deze bewering verdient wat nuance. De verwachte zetelverdeling geeft een duidelijke vooruitgang aan voor eurosceptische partijen, maar de traditionele en meer gematigde fracties zullen naar verwachting nog steeds de grootste groep in het EP uitmaken. Daarenboven zijn de onderlinge verschillen tussen de eurosceptische partijen groot, wat de samenwerking bemoeilijkt. Ook tussen de partijen binnen de gematigde fracties zijn er verschillen, maar hun overheersende pro-Europese gedachtengoed heeft hen altijd gebonden in het verleden en zal dit waarschijnlijk blijven doen in de toekomst. We verwachten dan ook geen drastische beleidswijziging in de EU, maar wel een moeizamere besluitvorming en een rem op de verdere integratie. 

Populisten motiveren kiezers

In veel EU-landen was de media-aandacht voor de EP-verkiezingen nooit eerder zo groot. Dit heeft voornamelijk te maken met de opmars van populistische en eurosceptische partijen in de verschillende EU-landen. Zij beloven de richting die de EU uitgaat te veranderen na de verkiezingen en slagen erin hun achterban te motiveren om naar de stemhokjes te trekken.

De toegenomen interesse in de verkiezingen is een duidelijke breuk met het verleden. De voorbije jaren daalde het opkomstpercentage voor de EP-verkiezingen immers stelselmatig, van 62% bij de eerste verkiezing in 1979 naar een dieptepunt van 43% bij de meest recente verkiezing in 2014 (zie figuur 1).

Figuur 1 - Opkomst bij verkiezingen Europees Parlement (in %)

Bron: KBC Economics gebaseerd op Europees Parlement

Onder meer in het VK, een land met een lage opkomst van ongeveer 35% in 2014, is de media-aandacht rond de EP-verkiezingen dit jaar gevoelig groter dan voorheen. Dit deels omdat de brexitaanhangers dreigen de verkiezingen te gebruiken om de EU van binnenuit te boycotten, ondanks de expliciete afspraak in het uitstelakkoord dat het VK het besluitvormingsproces in de EU niet zal blokkeren. De Brexit Party van EU-scepticus Nigel Farage staat bovenaan de peilingen (zie figuur 2) met de belofte een keiharde brexit na te streven, zonder deal of afspraken. Zijn simpele boodschap klinkt veel teleurgestelde brexiteers als muziek in de oren en motiveert hen om naar de stembus te trekken. In totaal zal het VK 73 EP-zetels invullen. Deze zetels zullen deels geschrapt en deels heringevuld worden van zodra het VK de EU verlaat.

Figuur 2 - Verkiezingspeiling voor het EP in het Verenigd Koninkrijk (voortschrijdend gemiddelde van 3 peilingen, in %)

Bron: KBC Economics gebaseerd op Poll of Polls

Geen meerderheid voor eurosceptische partijen

In het EP zijn er momenteel negen politieke fracties die bestaan uit nationale partijen met gemeenschappelijke overtuigingen. In bijna alle fracties, dus ook in de gematigde, zitten momenteel populistische en eurosceptische nationale partijen. Tellen we de verwachte zetels van alle populistische partijen samen, ongeacht de fractie, dan komen we uit op stijging van hun zetelaandeel naar ongeveer 30%. Vooral de rechterzijde van het politieke spectrum zal hiervoor zorgen volgens de peilingen.

Ondanks deze stijging zullen de meer gematigde partijen dus toch de meerderheid van de zetels behouden in het EP. Momenteel zijn de grootste fracties in het EP de European People’s Party en de Progressive Alliance of Socialists and Democrats. De huidige opiniepeilingen voorspellen een daling van hun gezamenlijke zetelaandeel van 55% naar minder dan 44%. Om voorstellen gestemd te krijgen zullen ze dus de hulp nodig hebben van derde partijen. Tellen we de gematigde restcategorie (die gematigde partijen bevat die niet tot één van de grote fracties behoren) en de liberale ALDE bij het resultaat van de EPP en S&D, dan komen we uit op een zetelpercentage van 60% (voorheen 64%). Ook na de verkiezingen in mei zullen de gematigde fracties en partijen dus waarschijnlijk meerderheden kunnen halen, zelfs indien enkele eurosceptische nationale partijen de gematigde fracties zouden inruilen voor nieuwe of bestaande eurosceptische fracties.

Impact moet niet overschat worden

Naast de omvang van de opmars van de eurosceptische partijen mag ook hun impact niet overschat worden. Ten eerste omdat de onderlinge verschillen tussen de eurosceptische partijen zeer groot zijn. Enerzijds is er de link-rechts verdeling. Anderzijds gaan de ideologische opvattingen binnen het rechtse spectrum van mild eurosceptisch en nationaal-conservatief tot uitgesproken anti-EU en radicaal rechts. Bovendien verschillen ze ook van mening over hoe bepaalde beleidsuitdagingen aangepakt moeten worden, zoals bijvoorbeeld de herverdeling van vluchtelingen over de EU-lidstaten en over de gewenste relatie met Rusland. Dit bemoeilijkt de samenwerking.

Daarboven is ook de retoriek van de anti-Europese partijen sterk gematigd de voorbije jaren. Daar waar veel partijen niet zo lang geleden nog spraken van een exit uit de EU, werd dit punt ondertussen in veel verkiezingsprogramma’s geschrapt. Het moeizame en soms absurde brexitproces is hier de voornaamste oorzaak van. Bovendien zien de meeste partijen ook de voordelen van de EU in. De focus bij veel partijen ligt nu op het veranderen van de EU van binnenuit. Ook deze veranderingen moet niet overschat worden. In de praktijk is immers vaak gebleken dat extreme partijen, eens verkozen, bereid zijn water bij de wijn doen. Zo pasten zowel het Griekse Syriza als de Italiaanse Lega-Vijfsterrencoalitie hun genereuze budgettaire plannen aan onder druk van de EU en de financiële markten.

Daarnaast is de macht van het EP weliswaar uitgebreid maar niet ongelimiteerd. Zo is het EP bijvoorbeeld niet het enige wetgevende en budgettaire orgaan binnen de EU. Veel bevoegdheden worden gedeeld tussen het EP en de Raad van de EU en bovendien kan het EP zelf geen wetgeving of benoemingen initiëren. Het EP heeft wel een belangrijke veto-macht met betrekking tot toetredings- en associatieverdragen en over de uiteindelijke brexit-overeenkomst. Het EP kan zo dus wel verdere integratie tegenhouden maar een grote koerswijziging bewerkstellingen vraagt meer dan zetels in het EP.

Samengevat kunnen we stellen dat de verwachte opmars van eurosceptische partijen in het EP de beslissingsprocessen en de verdere integratie of uitbreiding van de EU waarschijnlijk zullen bemoeilijken, maar dat een desintegratie van de EU niet aan de orde is.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

Franse parlementsverkiezingen: vriend of vijand?

Franse parlementsverkiezingen: vriend of vijand?

Wereldeconomie in stevige recessie

Wereldeconomie in stevige recessie

Zonder beleidscoördinatie blijft Frans-Duitse as een strohalm

Zonder beleidscoördinatie blijft Frans-Duitse as een strohalm

Brengt Duitsland Europese depositogarantie dichterbij?

Brengt Duitsland Europese depositogarantie dichterbij?