EU-Japan handelsakkoord: verbond van verliezers geeft slechte voorbeeld

Op zijn reis doorheen Azië bezocht de Amerikaanse president Trump recent Japan. Eén van de gespreksthema’s tijdens het bezoek was een mogelijk toekomstig handelsakkoord tussen de VS en Japan, nadat Trump zich eerder terugtrok uit het Trans Pacific Partnership (TPP). Ondanks de kritiek van Trump op diverse Amerikaanse handelsakkoorden, lijkt een bilateraal akkoord met bondgenoot Japan hem wel een interessante optie. Eerder startte ook de EU-onderhandelingen over een handelsakkoord met Japan. Op de recente G20-top in Hamburg kondigden de EU en Japan zelfs met veel trompetgeschal een effectief akkoord aan over hun hernieuwde economische samenwerking. Ondanks het positieve signaal dat een nieuw handelsakkoord tussen ontwikkelde economieën uitzendt, kan men vraagtekens zetten bij het EU-Japan handelsakkoord. Het lijkt meer op een verbond van verliezers dan op een gedurfde toekomstvisie.

Een nieuw handelsakkoord is in principe positief nieuws in een wereld van toenemend protectionisme. Maar achter deze feestelijke façade schuilt een minder heuglijke realiteit. Het EU-Japan Economic Partnerschip Agreement is tot nu toe een teleurstellend bilateraal akkoord. Het is een belangrijk symbool in een pleidooi voor verdere handelsintegratie in de wereld, maar tegelijk blijkt dat de ambities inhoudelijk niet ver reiken. Eigenlijk is het akkoord eerder quick-and-dirty. Diepgaande economische integratie ontbreekt en daarmee wordt een kans gemist om via bilaterale samenwerking de verzwakte Europese en Japanse positie in de wereldeconomie te versterken. De zwakte van het EU-Japan akkoord dreigt bovendien af te stralen op toekomstige akkoorden. Nieuwe handelsovereenkomsten dreigen enkel nog te dienen om de perceptie van internationale economische integratie hoog te houden. In de praktijk worden ze echter lege dozen en vormen ze dus een gemiste kans om een krachtig antwoord te bieden aan het wereldwijd oprukkend protectionisme.

Een handelsakkoord tussen de EU en Japan is zonder twijfel een historische verwezenlijking. De gesloten Japanse economie toonde nooit veel enthousiasme om zich internationaal sterk te integreren door de eigen markt open te stellen. In de praktijk ervaren vele Europese bedrijven al jarenlang hoe moeilijk het is om handel te drijven met Japan, ondanks vele overheidsinitiatieven om de handelsbelemmeringen te verzachten. Culturele verschillen, verschillen in regelgeving, maar ook gewoon de geografische afstand tussen de EU en Japan maken dat de Europees-Japanse handel al vele decennia suboptimaal verloopt. Japan en de EU zijn dan wel belangrijke handelspartners in absolute waarde, maar dat heeft vooral te maken met de omvang van beide economieën en het soort producten dat ze onderling verhandelen. Hun wederzijdse bilaterale handel bestaat vooral uit wagens, machines, electronica en chemische of farmaceutische producten. Typisch producten met een groot volume of een grote handelswaarde. In tegenstelling tot de Japanse uitvoer, die sterk geconcentreerd is op deze producten, wordt de Europese uitvoer naar Japan geleidelijk aan veel gedifferentieerder. Het nieuwe handelsakkoord biedt aan Europa zeker perspectieven om die diversificatie nog te versterken. De onderlinge handelstarieven worden immers grotendeels afgebouwd. De tariefafbouw zou, in combinatie met de erkenning van de geografische indicatie van producten, in principe een sterke stimulans moeten geven aan de Europese uitvoer van landbouw- en voedingsproducten. Meer algemeen openen de verlaagde douanerechten en de grotere openheid voor Europese dienstenaanbieders in Japanse overheidsopdrachten een gunstig perspectief voor de Europese bedrijven. Bovendien slaagden de onderhandelaars erin een aantal handelsgerelateerde thema’s op te nemen in de overeenkomst. Voor het eerst wordt er zelfs expliciet verwezen naar het Klimaatakkoord van Parijs in een handelsovereenkomst. Dat kan opnieuw tellen als symbool.

Maar ondanks deze goede elementen blijft de nieuwe overeenkomst fundamenteel zwak. Er is voorlopig nauwelijks vooruitgang op het vlak van handelsverstorende regelgeving. Bij de aankondiging van het akkoord werd wel aangegeven dat de onderhandelaars nog wat technisch werk voor de boeg hebben, maar dit is geen klein ontbrekend detail. Nog fundamenteler wordt er een unieke kans gemist om het akkoord als basis te gebruiken van een intensievere samenwerking tussen Japan en de EU, om elkaars internationale concurrentiekracht structureel te versterken. Onze culturele verschillen uiten zich immers in een andere managementcultuur, een andere aanpak van innovatie en een andere rol van creativiteit in het bedrijfsleven. Samenwerking op deze terreinen zou de Japanse en Europese economie en handel structureel kunnen versterken in de wereldeconomie van morgen.

Dergelijke structurele samenwerking om de innovativiteit en creativiteit van Japanse en Europese producten en diensten te verhogen is wenselijk, gegeven het tanende economische gewicht van zowel de EU als Japan in de wereldeconomie. De EU (exclusief de intra-EU handel) vertegenwoordigde nog slechts 16% van de totale wereldhandel in 2016, tegenover ongeveer 4% voor Japan. Het Europese en Japanse aandeel in de wereldhandel daalde de afgelopen decennia stelselmatig ten voordele van de opkomende economieën. Tegelijk kenden Europa en Japan een zeer matige economische groei de voorbije jaren. Zo is 2% reële groei voor de EU al enkele jaren eerder de uitzondering dan de regel. Japan kruipt op dit ogenblik uit het diepe dal van twee verloren decennia. Zowel de EU als Japan stimuleren nog steeds hun economieën en bestrijden deflatie via onconventioneel monetair beleid. De regeringen torsen bovendien torenhoge overheidsschulden. Kortom, de EU en Japan hebben heel wat gemeenschappelijke uitdagingen. Een gezamenlijke aanpak van deze uitdagingen is dan ook een goede strategie.

Het EU-Japan Economic Partnership Agreement zou een mooie gelegenheid zijn om een sterke strategische en innovatieve samenwerking uit te bouwen. Door voorrang te geven aan een snel en beperkt akkoord wordt deze kans gemist. Bovendien dreigt dit te leiden tot een cascade van aankondigingen van nieuwe handelsakkoorden. Niet de inhoud, maar het aantal telt vanaf nu.

Tot slot houdt de beperkte inhoud van het EU-Japan Economic Partnership Agreement nog een bijkomend risico in. De traditionele handelsliberalisering die wordt voorzien in het handelsakkoord in de vorm van verregaande tariefafbouw zal inderdaad leiden tot nieuwe handelscreatie tussen de EU en Japan. EU-commissaris voor handel Cecilia Malmström spreekt zelfs van een verdrievoudiging van de handel, wat op korte termijn ongetwijfeld een te optimistische inschatting is. Deze handelscreatie gaat echter ten koste van minder handel met andere landen. Anders gezegd, de EU en Japan schermen zich met dit handelsakkoord af van de toenemende concurrentie uit andere landen. Dat is een defensieve houding die op korte termijn een schuiloord biedt tegen de opkomende economieën, maar op lange termijn de EU en Japan nog verder zal verzwakken. Een offensieve strategie als onderdeel van het EU-Japan Economic Partnership Agreement zou daarentegen de toekomstperspectieven voor de Europese en Japanse economie verbeteren.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde artikels

EU als regelgevende supermacht… maar met limieten

EU als regelgevende supermacht… maar met limieten

Niet handelsoorlog, maar autosector is verantwoordelijk voor sputterende Duitse groeimotor

Niet handelsoorlog, maar autosector is verantwoordelijk voor sputterende Duitse groeimotor

Fed-inflatiestrategie geen goede leidraad voor ECB

Fed-inflatiestrategie geen goede leidraad voor ECB

Nieuw TTIP: waardig alternatief voor een handelsoorlog

Nieuw TTIP: waardig alternatief voor een handelsoorlog