De gevolgen van de veranderende demografie voor de wereldeconomie

Onderzoeksrapport

Link naar de pdf-versie

Abstract

De wereld maakt een grote demografische verandering door. Aangezien de geboortecijfers wereldwijd dalen, vertraagt de groei van de wereldbevolking elk jaar en zal die volgens de VN naar verwachting in 2086 een piek bereiken van 10,4 miljard. Ook de leeftijdspiramide van de bevolking zal drastisch veranderen. Het aantal 65-plussers zal naar verwachting verviervoudigen en de afhankelijkheidsratio's zullen wereldwijd toenemen. Bovendien zijn er grote regionale demografische verschillen: in landen met hoge inkomens wordt een snelle afname van de bevolking op actieve leeftijd verwacht, terwijl in landen met lage inkomens een sterke toename wordt verwacht. Mochten we deze demografische ontwikkelingen op zichzelf beschouwen, dan zou de veranderende demografie het bbp per hoofd van de bevolking deze eeuw met een kwart zal doen dalen. Gelukkig werkt demografie niet in een vacuüm en vermoeden wij dat de mensheid zich aan deze nieuwe realiteit zal aanpassen door nieuwe technologie toe te passen, bestaande technologie beter te benutten, de arbeidsparticipatie te verhogen, meer migratie toe te staan en armere landen verder in de wereldeconomie te integreren. Dit zal het stagnerende effect van de veranderende demografie allicht meer dan compenseren.

Inleiding

"Demografie is het lot", volgens een citaat dat vaak wordt toegekend aan de Franse socioloog Auguste Comte. Demografie beïnvloedt inderdaad de ontwikkeling van steden, naties en zelfs de wereldeconomie. Historici hebben bijvoorbeeld demografische veranderingen in verband gebracht met de opkomst en ondergang van het Romeinse Rijk1.  Ook de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van de Verenigde Staten zijn mede te danken aan de demografische groei. Meer recentelijk zouden demografische veranderingen de economische ontwikkeling van de Aziatische tijgers hebben gestimuleerd.

Van demografische hausse naar baisse

Tegenwoordig neemt onze wereldwijde demografische reis een nieuwe wending. Tegen 2086 zal de wereldbevolking volgens de Verenigde Naties (VN) voor het eerst sinds de 14e eeuw beginnen af te nemen, dit keer niet als gevolg van oorlog of hongersnood, maar door wereldwijd dalende geboortecijfers. Naarmate het onderwijsniveau en de toegang tot anticonceptie verbeterden en huishoudens rijker werden, daalde de gemiddelde gezinsgrootte. Deze trend heeft zich in alle regio's en culturen ontwikkeld. In Europa en Noord-Amerika is de vruchtbaarheid al lager dan het vervangingsniveau van 2,1 kinderen per vrouw, met vruchtbaarheidscijfers die in 2021 respectievelijk 1,6 en 1,75 bedroegen. In Latijns-Amerika en Azië, liggen de vruchtbaarheidscijfers dicht bij het vervangingsniveau, met vruchtbaarheidscijfers in 2021 van respectievelijk 2,0 en 2,1. Alleen Afrika heeft nog een hoog vruchtbaarheidsniveau van 4,2, maar zelfs daar dalen de geboortecijfers snel. Het wereldwijde vruchtbaarheidscijfer bedroeg in 2021 2,4. De VN voorspelt dan ook dat de wereldbevolking hoogstwaarschijnlijk niet boven de 10,4 miljard mensen zal uitkomen (zie figuren 1 & 2). De wereldbevolking ligt nu al rond de 8 miljard mensen. 

De bevolkingsprognoses van de VN zouden zelfs te hoog kunnen zijn. Sommige demografen plaatsen vraagtekens bij onderliggende aannames zoals de trage demografische overgang van Afrika en de convergentie in de ontwikkelde wereld en in China naar de respectieve vervangingsniveaus. Volgens het Institute for Health Metrics and Evaluation en het International Institute for Applied Systems Analysis zouden 10 miljard mensen een mogelijke bovengrens vormen voor de wereldbevolking, die in 2050 al een piek zou kunnen bereiken.

De omgekeerde piramide

Ongeacht het exacte scenario is het duidelijk dat de resterende bevolkingsgroei meer zal worden gedreven door de vergrijzing van de huidige bevolking dan door stijgende geboortecijfers. Dat zal leiden tot grote verschuivingen in de leeftijdspiramides over de hele wereld. Volgens de VN zal het aantal 65-plussers tegen het einde van de eeuw naar verwachting bijna verviervoudigen (zie figuur 3), terwijl het aantal 0-19-jarigen naar verwachting stabiel zal blijven en de beroepsbevolking slechts met 30% zal toenemen (een gemiddelde groei van 0,3% per jaar deze eeuw).

Bijgevolg heeft de mondiale afhankelijkheidsratio in 2015 haar dieptepunt bereikt en zal zij in de loop van de eeuw gestaag gaan stijgen. In sommige regio's is de verschuiving abrupter. De afhankelijkheidsratio van China en de EU heeft respectievelijk 0,6 en 0,5 bereikt en zal in beide regio's tegen het einde van de eeuw naar verwachting 1,0 bedragen. Japan, dat vorige eeuw al snel begon te vergrijzen, zal naar verwachting een duizelingwekkende afhankelijkheidsratio van 1,2 hebben (zie figuur 4).   

Demografie zal de economie onder druk zetten

Deze ontwikkeling zal grote gevolgen hebben voor de wereldeconomie. Een krimpende beroepsbevolking beperkt het groeipotentieel van een economie omdat minder mensen goederen en diensten kunnen produceren. De groeivertraging van de wereldberoepsbevolking is een belangrijke oorzaak van de daling van de potentiële economische groei. De snelst vergrijzende landen zullen uiteraard het zwaarst worden getroffen. Rusland en Duitsland zullen hun bevolking op beroepsactieve leeftijd in deze eeuw met ongeveer 20% zien afnemen ten opzichte van nu (zie figuur 5). In China en Japan zal de bevolking op actieve leeftijd bijna halveren. In de VS daarentegen zal de bevolking in de werkende leeftijd met 14% toenemen, voornamelijk als gevolg van een hoge netto-migratie. De bevolking op actieve leeftijd van India zal in 2050 met 17% toenemen en vervolgens in de tweede helft van de eeuw gestaag afnemen. In Afrika zal die meer dan verdrievoudigen. 

Wereldwijd zal de groei van de actieve bevolking drastisch vertragen ten opzichte van de afgelopen decennia (zie figuur 6). Dit zal de mondiale potentiële groei ernstig beperken, indien deze niet wordt gecompenseerd door sterke productiviteitsstijgingen. De regionale samenstelling van de beroepsbevolking kan deze zorgwekkende trend nog versterken. Zoals gezegd zal de beschikbare beroepsbevolking afnemen in regio's met een hoge productiviteit, zoals Oost-Azië en de EU, en toenemen in regio's met een lage productiviteit, zoals India en Afrika, waar het bbp per hoofd van de bevolking 20 tot 30 keer lager ligt dan in westerse landen (zie figuur 7).

Om het effect van zowel de wereldwijde lagere groei van de bevolking op actieve leeftijd als het effect van een ongunstige regionale samenstelling op de wereldeconomie in te schatten, heeft KBC Economics een simulatie gemaakt. Die simuleert de impact van de demografie op het bbp per capita, waarbij alle andere groeifactoren ongewijzigd blijven. Zo kunnen we het zuivere effect van de demografie isoleren. Uiteraard zullen andere factoren (hieronder besproken) een deel van de verliezen compenseren en het bbp per hoofd van de bevolking opdrijven. Wij hebben de wereld verdeeld in drie inkomenscategorieën (gebruikt door de Wereldbank): hoge, lage en middeninkomens en veronderstelden dat het bbp per hoofd van de bevolking op actieve leeftijd constant blijft op het niveau van 2021 in elk van de inkomenscategorieën. De resultaten zijn verontrustend. De wereldeconomie zou de komende 20 jaar met slechts 2,6% groeien en in 2100 met 3% dalen ten opzichte van het huidige niveau. Het mondiale bbp per hoofd van de bevolking zou met meer dan een kwart dalen. In tegenstelling tot vorige eeuw zullen onze huidige demografische vooruitzichten de economische groei duidelijk belemmeren (zie figuur 8).

Gelukkig werkt de demografische verschuiving niet in een vacuüm. Andere trends kunnen het stagnerende effect ervan compenseren. In de volgende hoofdstukken gaan we na hoe andere factoren zoals technologie, verhoogde participatie, migratie en inhaalgroei in Afrika en India dit effect kunnen compenseren.

Kan technologie ons redden?

In 1943 zei Thomas Watson, voorzitter van IBM: "Ik denk dat er een wereldmarkt is voor misschien vijf computers." Dat bleek spectaculair verkeerd te zijn. De afgelopen decennia is de rekenkracht exponentieel gegroeid. De gemiddelde iPhone heeft meer dan 100.000 keer de rekenkracht van de computer waarmee de eerste man 50 jaar geleden op de maan landde. Naar schatting 80% van de wereldbevolking bezit nu een smartphone.

De IT-revolutie is nog lang niet voorbij. Technologieën als AI, blockchain, robotica, zelfrijdende auto's en 3D-printing moeten hun volledige potentieel nog bereiken. In de komende decennia zullen ze waarschijnlijk elke sector van de economie transformeren. Volgens de OESO loopt 14% van de huidige banen een hoog risico op automatisering en zou nog eens 32% in de toekomst aanzienlijk kunnen veranderen. Dit laat een groot opwaarts potentieel over voor productiviteitsstijgingen in de westerse economieën, die de afgelopen jaren beperkt zijn gebleven2

De demografische verschuiving zelf zou de toepassing van deze nieuwe technologieën snel kunnen versnellen, aangezien bedrijven die geconfronteerd worden met schaarsere en duurdere arbeidskrachten eerder geneigd zijn hun processen te veranderen om de kosten laag te houden. Volgens een recente studie van Daron Acemoglu, econoom bij het MIT, verklaart de vergrijzing alleen al 35% van de variatie in het gebruik van robots in de verschillende landen3.  Een groeiende vraag naar IT-oplossingen en de snelle ontwikkeling ervan zouden de productiviteitsgroei kunnen ondersteunen.

Een andere positieve ontwikkeling is de snelheid waarmee technologie zich binnen de wereldeconomie verspreidt. Dit wordt uiteengezet door het IMF in zijn 2018 Global Economic Outlook. In de afgelopen decennia zijn grensoverschrijdende octrooicitaties gestaag toegenomen, zowel binnen als tussen continenten, gedreven door de toegenomen globalisering, beter onderwijs en meer toegang tot betere communicatietechnologie. Deze toegenomen verspreiding heeft belangrijke voordelen opgeleverd voor opkomende economieën. Het IMF schatte dat van 2004 tot 2014 buitenlandse kennis goed was voor ongeveer 0,7 procentpunt per jaar van hun arbeidsproductiviteitsgroei, tegenover 0,4 procentpunt jaarlijkse groei in de periode 1995-2003. Naarmate het onderwijs en de toegang tot communicatie- en vertaaltechnologieën verder verbetert, zou deze bijdrage in de toekomst nog kunnen toenemen. Dit zou goed nieuws zijn voor regio's met een sterke bevolkingsgroei, zoals Afrika (zie verder).

Deelnemen is belangrijker dan winnen

Een hogere participatiegraad zou ook de druk op de mondiale arbeidsmarkten kunnen verlichten. Twee belangrijke trends kunnen hier van vitaal belang zijn.

Een eerste is de stijging van de participatiegraad van vrouwen. Overal ter wereld hebben verbeteringen in het onderwijs en de rechten van vrouwen geleid tot aanzienlijke verbeteringen in de arbeidsparticipatie van vrouwen. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Wereldwijd ligt de participatiegraad van vrouwen ongeveer een derde lager dan die van mannen (zie figuur 9). Bij gelijke participatiegraden zou de actieve bevolking vandaag 20% hoger liggen. De kloof is bijzonder groot in opkomende economieën zoals India, waar de participatiegraad van vrouwen 70% lager ligt dan die van mannen. Maar zelfs in regio's met een ongunstige demografie zoals de EU, Japan en China ligt de arbeidsparticipatie van vrouwen ongeveer 20% lager dan die van mannen. Krappere arbeidsmarkten in deze vergrijzende landen zouden regeringen ertoe kunnen aanzetten de arbeidsvoorwaarden voor vrouwen te verbeteren. In het snel vergrijzende Japan heeft de regering-Abe beleid ingevoerd zoals lagere belastingtarieven voor gehuwde vrouwen, beter gecompenseerd gezinsverlof, betere beschikbaarheid van kinderopvang en doelstellingen voor de vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies in het bedrijfsleven4.  De participatiegraad van vrouwen is er de afgelopen twee decennia met 10% gestegen. Andere vergrijzende landen zouden soortgelijke maatregelen kunnen nemen.

Een andere belangrijke trend is de toegenomen participatie van de oudere bevolking. Hoewel de COVID de participatiegraad onlangs heeft verlaagd (zie ons onderzoeksrapport van november), zal de participatiegraad op lange termijn weer stijgen, ondersteund door twee belangrijke factoren.

Verbeteringen in de volksgezondheid zijn een belangrijke drijfveer. De wereldwijde gezonde levensverwachting is gestegen van 57 jaar in 1990 tot 63 jaar in 2016. COVID zal zeker een terugslag betekenen. Na de pandemie zal de trend naar langere gezondere levens waarschijnlijk echter doorzetten, dankzij medische ontwikkelingen zoals mRNA-vaccins, immunotherapie, CRISPR en nanotechnologie. Wanneer mensen langer en gezonder leven, zullen zij waarschijnlijk langer deelnemen aan de arbeidsmarkt.

Een tweede factor is de druk die de vergrijzing op de overheidsfinanciën uitoefent. Aangezien pensioenen en medische zorg een steeds groter deel van de overheidsbegroting opslokken, wordt een verhoging van de pensioenleeftijd voor de regeringen steeds noodzakelijker. Een goed voorbeeld is opnieuw Japan, de snelst vergrijzende grote economie, die onlangs de pensioenleeftijd heeft verhoogd tot 70 jaar (zie figuur 10). Veel andere regeringen zullen Japan waarschijnlijk volgen.

Kan arbeidsmigratie de wereldeconomie stimuleren?

Meer arbeidsmigratie zou een andere manier kunnen zijn om de stagnerende effecten van de demografische verschuiving tegen te gaan. Door van een land met slechte instellingen en infrastructuur naar een meer ontwikkeld land te verhuizen, vergroten immigranten hun inkomstenpotentieel en hun bijdrage aan de wereldeconomie aanzienlijk. Immigranten (met een jobaanbieding) die van India naar de VS verhuizen, vervijfvoudigen gemiddeld hun inkomen, terwijl die uit Nigeria hun inkomen meer dan vertienvoudigen in termen van koopkrachtpariteit5.  

Migratie kan ook de inhaalgroei in ontwikkelingslanden versnellen. Uit onderzoek is gebleken dat diasporanetwerken en terugkerende migranten een positief en significant effect hebben op de groei en exportdiversiteit van kleine en middelgrote ondernemingen in de landen van herkomst, via technologieoverdracht6.  Emigranten sturen ook jaarlijks ongeveer 700 miljard USD naar hun landen van herkomst, een groter bedrag dan alle ontwikkelingshulp samen.

Regeringen kunnen meer openstaan voor arbeidsmigratie naarmate hun beroepsbevolking afneemt. De nieuwe Duitse regering heeft bijvoorbeeld aangekondigd de weg naar het staatsburgerschap te versoepelen en de regels voor gezinshereniging te versoepelen. Interessant is dat Duitsland een van de snelst vergrijzende landen in Europa is.

De olifant in de kamer

De belangrijkste manier om de stagnerende druk van de demografische verschuivingen te verlichten, zou zijn de productiviteit in de ontwikkelingslanden verder te verhogen. Zoals gezegd zou verdere integratie van India en vooral Afrika in de wereldeconomie in dit verband van cruciaal belang zijn. De COVID-crisis heeft Afrika helaas hard getroffen. Slechter bestuur, minder ontwikkelde gezondheidszorgsystemen, beperkte overheidsbegrotingen, beperkte infrastructuur voor thuiswerk en thuisonderwijs, een te grote afhankelijkheid van de toeristenindustrie en beperkte toegang tot vaccins maakten de COVID-crisis bijzonder pijnlijk voor armere landen. De stijgende voedselprijzen en de daaropvolgende instabiliteit zullen de situatie alleen maar erger maken. Daarom verwacht het IMF dat de groei in Afrika bezuiden de Sahara in 2022 en 2023 minder dan 4% zal bedragen, ondanks de snel groeiende bevolking.

Verder vooruitkijkend zal de demografie hun economische vooruitzichten verbeteren. In tegenstelling tot de westerse wereld zullen dalende geboortecijfers armere landen waarschijnlijk bevoordelen. Wanneer gezinnen kleiner worden, neemt het onderwijsbudget dat ouders per kind uittrekken toe. Nieuwe onderwijstechnologie zal de zaken verder verbeteren. Het menselijk kapitaal in armere landen zal daarom waarschijnlijk snel groeien, waardoor de productiviteit zal toenemen. 

Landen die van hoge geboortecijfers naar lage geboortecijfers verschuiven, ervaren doorgaans ook een zogenaamd demografisch dividend, een periode waarin hun afhankelijkheidsratio zeer laag is en het bbp per hoofd stijgt als gevolg van een groter arbeidspotentieel. 

De afnemende actieve bevolking en de daarmee samenhangende arbeidstekorten buiten Afrika zullen multinationals in de verwerkende sector er waarschijnlijk toe aanzetten hun productiecapaciteit over te brengen naar het continent, waar arbeidskrachten in overvloed aanwezig zullen zijn. In de dienstensector zullen de toegenomen breedbandtoegang en de toenemende toepassing van thuiswerk- en vertaaltechnologieën verdere mogelijkheden voor delokalisatie bieden. Dankzij deze ontwikkelingen zullen internationale bedrijven gemakkelijker toegang krijgen tot goedkopere arbeidskrachten in armere landen en zullen lokale bedrijven gemakkelijker hun diensten kunnen exporteren. Deze toegenomen delokalisatie zal de technologieoverdracht versnellen en de productiviteit omhoog stuwen.

Tijd om onze simulatie bij te werken

Zoals we zagen, werkt de economie duidelijk niet in een vacuüm en zal de rem die uitgaat van een tragere demografie waarschijnlijk worden gecompenseerd door andere trends. Voor een meer realistische simulatie van mogelijke toekomstige groei zijn wij ervan uitgegaan dat de arbeidsproductiviteit in hoge-inkomenslanden de komende jaren met 1,27% zal toenemen (het OESO-gemiddelde van de afgelopen drie decennia). Wij gaan er ook van uit dat de landen met een gemiddeld en laag inkomen hun productiviteit met respectievelijk 1% en 2% extra zullen zien toenemen naarmate de overdracht van technologie doorgaat. 

In deze meer realistische simulatie (zie figuur 11) compenseren productiviteits- en inhaalgroei gemakkelijk de demografische tegenwind. Hoge-inkomenslanden zouden deze eeuw nog gemiddeld met 0,4% groeien, midden-inkomenslanden met 2,1%, terwijl lage-inkomenslanden een gezonde groei van 4,9% zouden kennen, ondersteund door zowel demografische groei als productiviteitsgroei. Het bbp per hoofd van de bevolking zou in de hoge-inkomenslanden gedurende deze eeuw meer dan verdubbelen tot 108,000 USD, in middeninkomenslanden vervijfvoudigen tot 32,000 USD en in lage-inkomenslanden vervijftienvoudigen tot 9,700 USD. Het totale mondiale bbp per hoofd zou verdrievoudigen tot 38,000 USD. 

Conclusie

De afname van de bevolking in de werkende leeftijd zal een enorme uitdaging vormen voor de wereldeconomie, aangezien deze de groei van het bbp zal belemmeren. Gelukkig zal de mensheid zich waarschijnlijk aan deze nieuwe realiteit aanpassen door nieuwe technologie toe te passen, bestaande technologie beter te verdelen, de participatie te verhogen, meer migratie toe te staan en armere landen verder in de wereldeconomie te integreren. Demografische veranderingen zullen de groei de komende jaren op de proef stellen, maar de vrees voor langdurige stagnatie is wellicht overdreven. Hoewel de wereld waarschijnlijk niet zo snel zal groeien als in de vorige eeuw, zal de groei toch gezond zijn. Demografie is misschien toch niet het lot.

1David C. Baker, 2014, "Demographic-Structural Theory and the Roman Dominate".

2Werkgelegenheidsvooruitzichten OESO 2019

3Acemoglu & Restrepo , 2021, "Demographics and Automation", The Review of Economic Studies.

4Lessen uit de toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen in Japan (brookings.edu)

5 Clemens, Michael, Claudio Montenegro, en Lant Pritchett, 2009, "The place premium: wage differences for identical workers across the US border". Werkdocumentenserie Faculteitsonderzoek HKS

6Stephen Gelb en Aarti Krishnan, 2018, "Technologie, migratie en de 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling".

Disclaimer:

Alle meningen in deze publicatie vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

Andrew Bailey, tu quoque?

Andrew Bailey, tu quoque?

Britse pond is voortaan één van de rest

Britse pond is voortaan één van de rest

Capituleert ECB na sub-2% inflatie?

Capituleert ECB na sub-2% inflatie?

Powell heeft voor ieder wat wils

Powell heeft voor ieder wat wils