COP28: belangrijk heilig huisje gesneuveld maar verder geen grote aardverschuiving
Op woensdag 13 december werd de 28ste editie van de VN-klimaatconferentie (COP) afgesloten. Deze jaarlijkse bijeenkomst van de partijen die zijn toegetreden tot het Klimaatverdrag van 1992 heeft als doel de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. Naar goede gewoonte werd er ook op deze klimaatconferentie stevig gediscussieerd over de oorzaken en gevolgen van de klimaatopwarming en er werden vurige pleidooien gehouden voor actie. Woorden alleen zullen evenwel geen verandering teweeg brengen en dus is het elk jaar toch vooral uitkijken naar de concrete acties en akkoorden die de conferentie voortbrengt. Eerdere COP-bijeenkomsten resulteerden onder meer in het Kyotoprotocol (nationale doelstellingen om de broeikasgasuitstoot te beperken en verminderen, COP3) en de Overeenkomst van Parijs (juridisch bindend verdrag om de opwarming te beperken tot ruim onder de 2°C in vergelijking met het pre-industriële niveau, COP21).
In een jaar dat nu al te boek staat als het warmste jaar ooit gemeten op aarde zou je denken dat de klimaatconferentie afgesloten zou worden met een kanjer van een eindverklaring. Maar net als de voorbije jaren staan nationale belangen en kortetermijndenken een echt ambitieus eindresultaat met concrete maatregelen in de weg. Toch is de klimaatconferentie zeker geen maat voor niets geweest. Tijdens de top werden er enkele deelakkoorden gesloten, er werd een evaluatie gemaakt van de vooruitgang richting de klimaatdoelstellingen van Parijs (de zogenaamde stocktake) en fossiele brandstoffen werden voor het eerst expliciet genoemd in de eindverklaring. We overlopen hieronder de belangrijkste uitkomsten van de COP28 en we formuleren ook enkele bedenkingen.
Verlies- en schadefonds krijgt vorm
De COP ging dit jaar meteen sterk van start met een akkoord over de operationalisering van het verlies- en schadefonds waarvan de krijtlijnen in de vorige COP werd uitgezet. Uit dit fonds moeten arme landen kunnen putten die verlies en schade ondervinden van de klimaatverandering. Tot op heden is er in totaal zo’n 720 miljoen dollar toegezegd door rijke landen om het fonds te spijzen. Dit bedrag verbleekt evenwel bij de effectief geschatte noden in de komende jaren. Een recente studie van de UUSC (een non-profit voor mensenrechten) schat dat er nu al jaarlijks meer dan 400 miljard dollar1 aan schade en verliezen zijn in de ontwikkelingslanden en dit cijfer zal alleen maar toenemen in de toekomst. Bovendien zijn de toezeggingen vaak vaag geformuleerd waardoor er geen zekerheid is over de timing en modaliteiten van de financiering.
Verdrievoudiging hernieuwbare energie en verdubbeling energie-efficiëntie
Een andere concrete realisatie van de COP28 is de belofte die gemaakt werd door 118 landen, waaronder België, om de opwekkingscapaciteit voor hernieuwbare energie te verdrievoudigen tegen 2030 en de jaarlijkse groei van energie-efficiëntieverbeteringen te verdubbelen tot 2030. Belangrijk hierbij is wel dat ook deze beloftes niet-bindend zijn. Dit terwijl de geschiedenis ons leert dat zelfs bindende overeenkomsten vaak niet gehaald worden. Bovendien ontbreken de handtekeningen van China en India. Een tegenvaller voor de reikwijdte van het akkoord want beide landen behoren tot de grootste verbruikers van fossiele brandstoffen wereldwijd.
Focus breidt steeds meer uit naar methaan
Op de COP28 was er, net als tijdens de voorbije twee edities, speciale aandacht voor de uitstoot van methaangassen. Methaan is een broeikasgas dat nog steeds ontbreekt in veel nationale klimaatdoelen terwijl het tientallen keren sneller uit de atmosfeer verdwijnt dan CO2 en 84 keer schadelijker is (op een tijdspanne van 20 jaar). Het is met andere woorden een broeikasgas waarvoor maatregelen sneller tot resultaat kunnen leiden. Een belangrijke aankondiging tijdens de COP28-top over methaan was de lancering van het Oil & Gas Decarbonization Charter (OGDC), waarbij 50 olie- en gasbedrijven die verantwoordelijk zijn voor 40% van de wereldwijde olieproductie zich ertoe hebben verbonden hun methaanuitstoot aanzienlijk te verminderen. Ook werd er een fonds van 1 miljard dollar aangekondigd om de vermindering van de uitstoot van methaangassen te subsidiëren. Ten slotte kondigden de Verenigde Staten ook nieuwe normen aan die de methaanuitstoot van de olie- en gassector moeten verminderen, waardoor het equivalent van 1,5 gigaton CO2-uitstoot voorkomen zou moeten worden in de komende 15 jaar.
Fossiele brandstoffen als belangrijk twistpunt
Het onderwerp dat de gemoederen het meest beroerde tijdens de COP28 is de uitfasering van fossiele brandstoffen. Van bij de start was het onwaarschijnlijk dat er eensgezindheid gevonden zou worden over dit beladen onderwerp. Fossiele brandstoffen zijn immers een uiterst belangrijkste bron van inkomsten voor Rusland en veel Arabische landen. De beperkte slaagkans werd extra duidelijk toen er tijdens de conferentie berichten opdoken dat het OPEC-kartel haar leden opgeroepen had om elke overeenkomst te verwerpen die gericht is op energie, meer bepaald fossiele brandstoffen, in plaats van op emissies. Dat de onderhandelingen voorgezeten werden door oliestaat Dubai, en meer bepaald door het hoofd van de nationale oliemaatschappij, maakte het vinden van een consensus extra moeilijk. Toch waren er ook veel voorstanders van de uitfasering van fossiele brandstoffen, niet in het minst de eilandstaten voor wie het water spreekwoordelijk aan de lippen staat.
De initiële kladversie van de eindverklaring verwees naar het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen als één van acht mogelijke opties om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Deze zeer vage formulering zorgde voor groot ongenoegen bij een meerderheid van de onderhandelaars omdat zij een sterkere bewoording wilden zien. In de uiteindelijke slotverklaring is deels tegemoet gekomen aan deze verzuchting. Van de door velen gehoopte uitfasering was geen sprake maar wel van een transitie weg van fossiele brandstoffen in energiesystemen op een rechtvaardige, geordende en billijke manier. Bovendien staan er nog veel achterpoortjes open (waaronder het gebruik van koolstofcaptatie en -opslag, een onbeproefde technologie) en er is onduidelijkheid rond de financiering van de energietransitie.
Ondanks alle kanttekeningen geeft deze eerste vermelding van alle fossiele brandstoffen in het eindverslag wel een sterk signaal naar de toekomst. Op de COP26 bevatte de eindovereenkomst voor het eerst een bepaling die opriep tot de geleidelijke afbouw van steenkoolenergie en de geleidelijke afschaffing van ‘inefficiënte’ subsidies voor fossiele brandstoffen. Amper twee jaar later staat nu de transitie weg van alle fossiele brandstoffen in de eindtekst. De geesten lijken dus steeds meer te rijpen voor een wereld zonder fossiele brandstoffen. Bovendien is met dit eindverdrag de kans toegenomen dat de volledige uitfasering van fossiele brandstoffen opgenomen kan worden in de eindtekst van een van de volgende klimaatconferenties.
Conclusie
We kunnen concluderen dat de COP28 een matig succesvolle editie geweest is. Er kwamen geen grote aardverschuivingen uit de bus maar er werden veel kleine stappen gezet in de juiste richting. We onthouden vooral dat de energietransitie aan belang wint en dat oude heilige huisjes, zoals het weglaten van fossiele brandstoffen uit de finale COP-teksten, wel degelijk kunnen sneuvelen. Belangrijk is nu dat de gemaakte beloftes en overeenkomsten effectief omgezet worden in daden.
1 Erratum: 400 miljoen aangepast naar 400 miljard