Ruimt voorzichtigheid plaats voor optimisme?
Recent heerste er in de markt vooral twijfel. Twijfel over de groei in China, in Europa en zelfs een beetje in de Verenigde Staten. De centrale bankiers plaatsten zich sindsdien aan de zijlijn, al gooide de Europese Centrale Bank het idee van een voorzichtige beleidsnormalisatie nooit helemaal overboord. Deze week veranderde het marktsentiment voorzichtig. De (politieke) eventrisico’s worden minder prominent en de harde economische data suggereren enige vorm van herstel of bodemen op zijn minst wat uit. De aandelenmarkten concludeerden begin januari al dat de risk-off rally tijdens het vierde kwartaal van 2018 overdreven was. Ook de rentemarkten draaien stilaan bij. Hallo, reflatie?
De politieke eventrisico’s waren afgelopen maanden niet op één hand te tellen. Een welgekende Amerikaanse miljardair dook vaak op als de protagonist. Ondertussen blijft het relatief stil rond de muur op de Amerikaans-Mexicaanse grens en is de sluiting van de Amerikaanse overheid zo (tenminste tijdelijk) van de baan. Ook de handelsgesprekken met China maken week na week vorderingen. Of er binnenkort een deal aankomt is nog onduidelijk, maar vooruitgang is er zeker. De VS besliste alvast om de tariefverhoging op $200 miljard Chinese import (die normaal vandaag zou ingaan) voor onbepaalde tijd uit te stellen. Het gebruikt de tarieven zelfs al niet meer als drukkingsmiddel. Een doorbraak in het Amerikaans-Chinese verhaal zou zorgen voor wat meer zonneschijn op het internationale handelstoneel. In het VK bracht premier May het scenario tot uitstel op tafel en dwingt daarbij de brexitpuristen op de knieën. De kans op een no-deal brexit wordt kleiner en ook dat is positief voor het algemene beursklimaat.
Uiteindelijk is de vraag wat dit allemaal betekent voor de (verwachte) staat van de economie. Investeerders vreesden dat zowel China als Europa in een neerwaartse groei- en inflatiespiraal dreigden terecht te komen en zelfs over de nochtans sterk presterende Amerikaanse economie ontstond er enige twijfel. Amerikaanse data was recentelijk vrij gemengd, al oogt de balans deze week voornamelijk positief. Zo was de vertraging van de BBP-groei in het vierde kwartaal kleiner dan verwacht en blijven ook de meer toekomstgerichte indicatoren sterk. Recente ECB-uitlatingen lieten al verstaan dat de economische vertraging in de eurozone mogelijk niet zo hardnekkig is dan op het eerste gezicht blijkt. Sterke Duitse kleinhandelsverkopen in januari, hoewel zeer volatiel, suggereren ook enige heropleving. Betere PMI’s in China duiden ook op een herstel in de Chinese verwerkende nijverheid.
Nu de doemberichtjes over een nakende recessie of een groeivertraging stilaan plaats ruimen voor een gevoel van optimisme, halen sommigen zelfs de term ‘reflatie’ boven. De markten zijn voorzichtig geneigd om dit te omarmen. Aandelenmarkten keerden het momentum al begin 2019 om, terwijl de rentes bleven dalen. De Duitse 10-jaarsrente brak eerder deze maand nog door de 0.15%-steunzone wat een terugkeer naar de psychologische 0%-grens suggereerde. Deze week schiet de rente echter opnieuw de hoogte in. De Europese 10-jaarsswaprente brak gisteren uit de neerwaartse handelsband. Als de economische data het reflatiegevoel bevestigen, kan de swaprente zelfs terug richting 0.80/82%.