Stijging Amerikaanse CPI inflatie blijft zeer matig in december
Voorlopig geen reden tot ongerustheid voor de rentemarkt

De grote centrale banken zoals de Fed en de ECB hebben de economie vorig jaar een bijkomend duwtje in de rug gegeven door het beleid verder te versoepelen. De economie kon dat best gebruiken door de tegenwind omwille van de verstoorde internationale handel. Bovendien was de inflatie wereldwijd zeer matig en dus geen obstakel om de beleid te versoepelen. Daarbovenop was de verwachting dat die inflatie ook nog voor langere tijd zeer matig zou blijven.
Een aantal recente indicaties deden echter twijfel rijzen over die veronderstelling van blijvend lage inflatie. De Amerikaanse CPI inflatie voor december was in dit opzicht een interessant/belangrijk ijkpunt voor de markten.
De Amerikaanse inflatiecijfers waren zeer kort bij de verwachting. De algemene (headline) inflatie steeg met 0.2% m/m en 2.3% j/j, marginaal lager dan verwacht (was 2.1% vorige maand). De kerninflatie die geen rekening houdt met de volatiele voedsel- en energieprijzen steeg 0.1% m/m en 2.3% j/j, onveranderd vergeleken met vorige maand. Op maandbasis stegen vooral de prijzen voor brandstof, grondstoffen en geneesmiddelen. Dat werd deels gecompenseerd door prijsdalingen voor onder meer auto’s en huishoudapparaten.
Er blijft een groot verschil tussen de inflatie gemeten volgens de CPI zoals die vandaag bekend werd gemaakt en de zogenaamde prijsdeflator (core) die de Fed verkiest als inflatiemaatstaf. Die laatste bedraagt slechts 1.6% j/j. De markt houdt het verschil in het oog, maar de beperkte stijging van de CPI vandaag helpt alvast om er voor de markten tot nader bericht geen probleem van te maken. De Amerikaanse rente daalde marginaal na de publicatie van het rapport dat voor het overige geen blijvende impact op de markt zal hebben.