Amerikaanse PMI’s benen ISM’s bij
Rentes en dollar klimmen hoger, beurzen onder druk
Na de sterke Europese en Britse PMI’s, volgden gisteren in de late namiddag nog die voor de VS. De Verenigde Staten is een speciaal geval. Naast de PMI’s publiceert het land ook de ISM’s. Beide meten hetzelfde (het bedrijfsvertrouwen) en worden op eenzelfde manier geïnterpreteerd (50 is de grens tussen groei en contractie). Toch divergeerden beide reeksen de afgelopen maanden steeds meer waarbij de PMI’s een pessimistischer beeld schetsten dan de ISM’s. Dat veranderde in februari. Het PMI-bedrijfsvertrouwen herstelde veel flukser dan verwacht. De overkoepelende reeks klom op tot 50.2 (47.5 verwacht en komende van 46.8), met dank aan de dienstensector. Die herrees als een feniks uit zijn as, van 46.8 naar 50.5. De vraag is fragiel maar sommigen merken een voorzichtig herstel. In combinatie met de betere vooruitzichten voor het komende jaar, nam de tewerkstellingsgroei matig maar niettemin toe aan het snelste tempo sinds september 2022. De verwerkende nijverheid blijft in economische woestenij vertoeven (47.8) maar de situatie is iets minder ernstig dan in januari (46.9). De productie viel terug, al was dat aan het traagste tempo in vier maanden. De respondenten merken een terughoudende vraag op. Hoge inflatie en ruime voorraden temperen de bestellingen, klinkt het. Toch klom ook in deze sector de tewerkstelling aan een gezapig tempo. Bedrijven verwachten/hopen op een herstel van de vraag in het komende jaar. Het optimisme bleef min of meer op het niveau van januari en ligt in lijn met het langetermijngemiddelde. De prijsdruk bleef in de volledige private sector hoog. Er is een nuanceverschil langs de inputkant (historisch hoog in de dienstensector, deceleratie in de maakindustrie) maar de aan de eindconsument aangerekende prijzen blijven aan sneltempo stijgen.
Het PMI-rapport loopt eigenlijk in grote lijnen gelijk met dat van de eurozone. De conclusie ook: namelijk dat de centrale bank, in dit geval de Fed, nog werk aan de winkel heeft. De economische context en het sentiment verbetert kennelijk terwijl de inflatie op dit moment nog steeds torenhoog is. De markt houdt stilletjes aan meer rekening met de herintroductie van een renteverhoging met 50 bpn nadat de Fed in februari nog maar vertraagde tot 25 bpn. Amerikaanse rentes stoven met meer dan 10 bpn over de volledige curve hoger. De tweejaarsrente sloot af op het hoogste niveau sinds de cyclische top van begin november (4.7226%). De tienjaarsrente (3.95%) sloopte de weerstand in de buurt van 3.90%. De renteklim zette de beurzen onder druk met verliezen die opliepen tot 2.5% (Nasdaq). In zulke omstandigheden had de dollar het naar onze mening beter kunnen doen. EUR/USD daalde neer tot 1.0648.