Nieuw-Zeelandse desinflatie houdt aan …
… maar diensteninflatie blijkt hardnekkig
Inflatie in Nieuw-Zeeland koelde tijdens het afgelopen kwartaal verder af. De algemene prijsstijging bedroeg 1.1% kw/kw. De jaarstijging vertraagde van 6.7% tot 6% t.o.v. een consensus van 5.9%. Beide maatstaven overtroffen de gemiddelde analistenverwachtingen van 0.9% en 5.9% respectievelijk maar waren quasi perfect in lijn met die van de centrale bank, de Reserve Bank of New Zealand. Of die laatste daar dan gelukkig mee moet zijn is maar de vraag. De inflatie blijft ver boven de 1-3% doelstelling. Voorts wordt het desinflatieproces nog altijd in belangrijke mate gedreven door de terugval in energie- en olieprijzen. Zo daalden de transportkosten bijvoorbeeld met 1.9% kw/kw. Aan de andere kant van het spectrum vinden we voeding (+2.2% kw/kw) en huisvesting (1.2% kw/kw). Graadmeters die peilen naar de werkelijke, onderliggende prijsdruk geven evenmin hoopvolle signalen. Kerninflatie die abstractie maakt van voeding, energie en autobrandstof kwam uit op 6.1%. Het is slechts een beperkte daling t.o.v. de 6.5% een kwartaal eerder. Het is ook amper lager dan de piek van 2022kw4 op 6.7%. Inflatie in niet verhandelbare producten, een proxy voor binnenlandse (diensten)prijsdruk, bedroeg nog steeds 1.3% kw/kw aan waardoor het jaarcijfer nauwelijks afkoelde van de mogelijke piek in het vorige kwartaal (van 6.8% tot 6.6%). De discrepantie met goedereninflatie (van 6.4% tot 5.2%) houdt dus aan.
De centrale bank verhoogde de rente een laatste keer in mei met 25 bpn tot wat volgens Wellington de piek in de cyclus is. Op de beleidsvergadering vorige week hield ze vast aan dat niveau van 5.5%. Ze rekent erop dat de eerder geleverde verstrakking op termijn het nodige doet. Het is een gewaagde zet in het licht van hardnekkige diensteninflatie. De RBNZ houdt ook weinig opties om de rente later alsnog te verhogen op tafel. Met een of andere vorm van voorwaardelijkheid gekoppeld aan het inflatieverloop had ze in principe niks verkeerd kunnen doen. De Nieuw-Zeelandse swaprentes trekken vanmorgen meer dan 8 bpn hoger aan het korte eind van de curve maar de geldmarkt is weigerachtig om een volledige bijkomende renteverhoging in te prijzen. De kiwi dollar profiteerde vanmorgen slechts tijdelijk van de cijfers. NZD/USD noteert per saldo zelfs lager, aan 0.626 t.o.v. een opening aan 0.627. EUR/NZD nadert de 1.80.