Markt reageert op Amerikaanse inflatiecijfers
Marktovertuiging en details zijn beslissend
Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand april was de hoofdbrok van vandaag. Zowel het alomvattende inflatiecijfer als de onderliggende kerninflatie die abstractie maakt van voedsel en energie stegen met 0.4% op maandbasis, volledig in lijn met de marktverwachting. De jaar-op-jaar vergelijking zakt van 5.6% tot 5.5% voor de kerninflatie van 5% tot 4.9% voor het hoofdinflatiecijfer. Enkel in die laatste component zat de marktconsensus marginaal hoger (5%). Traditioneel bewegen markten vooral op afwijkingen ten opzichte van de verwachting. De inflatiecijfers van vandaag voldoen niet aan dat criteria. Toch zien we een forse daling van de rentes en de dollar terwijl beursfutures stijgen.
We vermoeden twee redenen achter de marktbeweging. Om te beginnen komen de inflatiecijfers een week nadat de Amerikaanse centrale bank een (voorlopig?) laatste renteverhoging doorvoerde. Markten stelden die renteverhoging al langer synoniem met de voorbode van renteverlagingen. Hoewel de Fed (en andere centrale banken) dat idee steevast ontkrachten, voelt de markt zich na vandaag gesterkt in haar gedachte. Inflatie loopt niet verder op dus kan de Fed sneller de piekniveaus achter zich laten, laat staan de rente alsnog verder verhogen. De marktreflex van de voorbije 15 jaren – economische/financiële problemen en de Fed brengt redding via een soepel beleid – blijft bijzonder sterk. We vinden nog steeds dat er te makkelijk wordt voorbij gegaan aan het feit dat we in een andere wereld – één met te hoge ipv te lage inflatie – leven. Een tweede verklaring ligt in de details van de inflatiecijfers. Powell en co koppelden hun lot aan een zeer strikte inflatiereeks die behalve voedsel en grondstoffen ook bijvoorbeeld woninggerelateerde kosten uitsluit. De “superkerninflatie” is een zeer enge diensteninflatie waarin vooral hogere loonkosten tot uiting komen. Een synthetische benadering samengesteld door persagentschap Bloomberg suggereert dat die superkerninflatie maar 0.1% op maandbasis bedroeg in april, het traagste niveau in maanden. Die evolutie zal de Fed bevestiging geven dat nu pauzeren de juiste beslissing is gegeven neerwaartse economische en financiële risico’s.
Amerikaanse rentes verliezen 6 à 7 basispunten op looptijden van 2 tot 5 jaar. Ten opzichte van de dagtoppen bedraagt de daling 10 bpn. Dat renteverlies doet de dollar pijn. EUR/USD veert op van 1.0940 richting 1.10. Amerikaanse beursfutures veren meer dan 1% op.