Sterkste 2023-koersen voor het Britse pond
Oppassen voor de “unreliable boyfriend”
Lang leve de koning! Het Britse pond liet deze week de sterkste koersen van het jaar optekenen tegen zowel de dollar (GBP/USD 1.2669) als de euro (EUR/GBP 0.8678). Vanuit technisch oogpunt lagen de kaarten voor cable al iets langer gunstiger gegeven de zwakkere dollar. De breuk uit het zijwaartse kanaal van december tot maart (>1.2448) effende het pad richting de mei 2022 top die nu getest wordt en vooral GBP/USD 1.2759 (62% herstel op daling tussen begin 2021 en eind 2022; te vergelijken met EUR/USD 1.1274). EUR/GBP handelde op zijn beurt voor het grootste deel van het jaar tussen grosso modo 0.87 en 0.89. Gisteren sloot het muntenpaar een eerste keer beneden die psychologische grens. EUR/GBP 0.8559/47 (Q4 2022 lows) is het volgende mikpunt in geval van een bevestigde breuk.
Gisteren genoot de Britse munt rentevoordeel. Britse rentes stegen tot 7.5 basispunten aan het korte eind van de curve ten opzichte van 1 à 2 in Europa en de VS. De Bank of England-vergadering van morgen is de cruciale variabele. De markt verwacht een nieuwe renteverhoging met 25 basispunten tot 4.5%. De hamvraag luidt hoe het daarna verder moet. Het nieuwe monetaire beleidsrapport zal richting geven. Ten opzichte van februari kan het economische scenario van een milde, maar lange recessie worden bijgestuurd tot een iets “positievere” verhaallijn van amechtige groei dit en volgend jaar. Hoofdinflatie bleef in maart stevig boven de BoE-prognoses (10.1% ten opzichte van 9.2%). Tegelijkertijd kreeg de centrale bank sterke arbeidsmarktcijfers (werkloosheidsgraad 3.8%) en stevige loongroeicijfers (bijna 7% j/j) voorgeschoteld. In de februari-update viel inflatie terug tot 3.9% eind dit jaar en tot de 2%-inflatiedoelstelling in de tweede jaarhelft van 2024. Groei- en inflatieontwikkelingen suggereren dat de Bank of England iets agressiever uit de hoek kan komen in haar inflatiestrijd. Ten opzichte van groei- en inflatieontwikkelingen staan marktverwachtingen voor de toekomstige beleidsrente. Die worden gebruikt om tot de mei-voorspellingen te komen. In februari hield de Britse geldmarkt rekening met een beleidsrentepiek van 4.25%. Op vandaag is dat 4.75% of zelfs 5%. Dat gegeven kan compenseren voor groei- en inflatieontwikkelingen en de Bank of England alsnog op een Fed-traject zetten ipv de ECB-koers te volgen waarnaar de Britse markten de voorbije dagen neigden.
De conclusie luidt eerst zien en dan geloven. Ook voor eventuele vervolgwinsten voor het pond. Gouverneur Bailey en co hielden tijdens de verstrakkingscyclus meer dan andere banken rekening met het risico op economische schade van hogere beleidsrentes. In tegenstelling tot de ECB zal ze liever één keer te weinig dan één keer te veel de rente verhogen. Financiële stabiliteit draagt ze hoog in het vaandel. De recente turbulentie rond de Amerikaanse regionale bankencrisis, de overname van Credit Suisse en hun impact op kredietverstrekking liggen in diezelfde kant van de balans.