China streeft ongeveer 5% groei na
Transformatie naar binnenlandse consumptiemaatschappij
In China vindt het jaarlijkse Volkscongres plaats. Premier Li Keqiang rapporteerde aan het parlement de belangrijkste beslissingen die de communistische top nam. Voor Keqiang was het zijn laatste optreden. Hij wordt vervangen door Li Qiang, de rechterhand van President Xi Jinping die als eerste leider sinds Mao Zedong een derde ambtstermijn zal bekleden. China verlaagt de groeidoelstelling van ongeveer 5.5% vorig jaar (uiteindelijk teruggeschroefd tot “zo sterk mogelijk” omwille van de Covid-pandemie) tot ongeveer 5% dit jaar. Dat is het laagste doel in jaren en minder dan algemeen verwacht. Het onderstreept China’s ambitie om te transformeren van een exportgerichte economie, naar een meer mature gestoeld op binnenlandse diensten. De geplande jobcreatie van ongeveer 12 miljoen in verstedelijkt gebied sluit hier bij aan. Ook aan de overheidsgesteunde bouwwoede van het voorbije decennia moet langzaamaan een einde komen (minder daarvoor gereserveerde middelen). Het volgend jaar streeft China een overheidstekort van 3% van het BBP na. Opvallend is tijden van geopolitieke spanningen is de geplande stijging van het defensiebudget (+7.2%, snelste stijging in 4 jaar).
Chinese markten reageren vanochtend licht ontgoocheld. Lokale beurzen verliezen momenteel 0.5%. Openingsverliezen waren groter, maar het globale risicosentiment blijft bijzonder sterk, getuige de 2% winst op Wall Street vrijdagavond. De Chinese munt verliest marginaal terrein op 6.91. Grondstoffenprijzen – in het bijzonder ijzererts – verliezen wat terrein, maar ook hier blijft de schade al bij al beperkt en vermoedelijk van korte duur.