Sterke Britse arbeidsmarktcijfers en hogere inflatie
Pond wordt teruggefloten door het risicosentiment
Met het arbeidsmarkt en de inflatiecijfers kregen we deze week al twee van de drie belangrijkste maandelijkse data voorgeschoteld. Kleinhandelsverkopen volgen op vrijdag. In de periode mei-juli steeg de tewerkstelling met 183k tov februari-april. De werkloosheidsgraad daalde over diezelfde periode van 4.7% tot 4.6%, het laagste peil sinds augustus vorig jaar. Ter info: eind 2019 en dus voor het uitbreken van de Covid-pandemie bedroeg de Britse werkloosheidsgraad 3.8%, wat het laagste niveau sinds 1974 was. De Britse loonstijging bleef over dezelfde periode hoog met 8.3% op jaarbasis. Bovendien suggereren werkloosheidsaanvragen voor de maand augustus dat de gezondheid van de Britse arbeidsmarkt verder verbetert. Werkloosheidsaanvragen daalden immers met 58.6k. Kort samengevat: een sterk rapport, weliswaar kortbij de marktverwachting.
Vandaag was het de beurt aan de inflatiecijfers. De Britse inflatie steeg met 0.7% op maandbasis tot 3.2% op jaarbasis. Ook de onderliggende kerninflatie ging er stevig op vooruit (3.1% j/j). De inflatieversnelling was forser dan de markt en de Bank of England verwachtten. De economische heropening uitte zich in prijsstijgingen in de dienstensector, die uitvergroot werden door basiseffecten.
Het Britse pond probeerde tot tweemaal toe winsten ten opzichte van de euro uit te diepen. Even veel keer werd de queen’s money door risicoaversie op de beurzen teruggefloten. Zelfs de Britse vaccinatiebooster kon de balans niet in het voordeel van GBP doen overhellen. Toch wint de Britse munt (beperkt) aan korte termijn rentesteun. De visie van de Bank of England luidt immers dat renteverhogingen over de beleidshorizon (3j) nodig zijn om (te hoge) inflatie terug te dringen tot de 2% inflatiedoelstelling. Met die communicatiepolitiek verschilt ze duidelijk van de ECB en van de Fed. De markt verdisconteert een eerste Britse renteverhoging (met 15 basispunten tot 0.25%) tegen midden volgend jaar. Zonder het kwakkelende risicosentiment had EUR/GBP de onderkant van zijwaartse kanaal tussen grosso modo 0.8450 en 0.87 kunnen testen. Nu blijft het muntenpaar hangen rond 0.8550.