ECB bouwt crisisaankopen voorzichtig af
Euro en Europese rentes niet echt onder de indruk.
De haviken binnen de ECB hebben blijkbaar een, weliswaar klein, veldslagje gewonnen. De combinatie van recente marktevoluties en ontwikkelingen op gebied van inflatie (en groei) laten toe om voldoende gunstige financieringscondities te behouden via een beperkte afbouw van het tempo crisisaankopen onder het PEPP programma na twee kwartalen van verhoogde aankopen. Het beleid blijft wel uiterst soepel. De voorwaarden om op termijn de rente te verhogen (en die vorige maand geherformuleerd werden in lijn met het nieuwe beleidskader) zijn uiteraard in de verste verte niet vervuld. Rentewijzigingen blijven meer dan verre toekomstmuziek. Ook het klassieke APP programma dat los staat van het bestrijden van de gevolgen van corona blijft onverminderd in stelling (€ 20 mld per maand). Zelfs over de overgang van het crisisbeleid via PEPP naar een waarschijnlijk bijgestuurd (verhoogd) APP, normaal in maart volgend jaar, brengt de ECB beleidsverklaring geen nieuws. Dit topic zal worden aangesneden op de beleidsvergadering van december. Kortom, via iets lagere PEPP crisisaankopen geeft de ECB het signaal dat ze ziet dat het herstel de goede kant opgaat en dat de inflatie, minstens tijdelijk, aantrekt, zonder het beleid daarom echt diepgaand te veranderen. Wie de actie van de ECB vandaag nog verder wil weg nuanceren, kan er nog op wijzen dat de aankopen in de zomer, omwille van de marktcondities de facto ook al iets lager waren. De optimisten kunnen het zien als een eerste stap richting meer.
Tijdens de ECB persconferentie toonde ECB voorzitster zich gematigd optimistisch, vooral op korte termijn. De nieuwe groei- en inflatievoorspellingen werden zoals verwacht opgetrokken vergeleken met juni. Dat is vooral het geval voor 2021 minder voor 2022 en 2023. Zo ziet de ECB de groei dit jaar op 5.0% (van 4.6%), 4.6% in 2022 (was 4.7%) en onveranderd op 2.1% in 2023. Zelfde beeld voor inflatie. Die werd voor dit jaar opgetrokken van 1.9% tot 2.2%. Voor 2022 en 2023 is de verhoging beperkt tot respectievelijk 1.7% (van 1.5%) en 1.5% (van 1.4%). De voorspelling is hoe dan ook een illustratie van het ECB-thesis dat de actuele inflatieopstoot te wijten is aan tijdelijke factoren die vanaf volgend jaar steeds minder zullen spelen. Dat werd door de ECB-voorzitster in de persconferentie ook opnieuw duidelijk in de verf gezet. Zowel de inflatie als de onderliggende inflatie blijven over de hele beleidshorizon aanzienlijk beneden de 2.0% doelstelling. De financieringsvoorwaarden zullen dus nog lang soepel blijven.
In een eerste reactie zien de markten de actie van de ECB blijkbaar ook als niet meer dan een beperkte bijstelling, zeker geen fundamentele stap op weg naar een meer diepgaande normalisatie. De Europese rentes zakken zelfs lichtjes (tot 2 voor de Duitse 10-j rente). Ook voor de euro had het best iets meer daadkrachtiger mogen zijn. EUR/USD geraakt voorlopig niet weg van de 1.1825 zone.
EMU 10-j swap: Het had iets meer mogen zijn