Wat kan de markten inspireren deze week?
Technisch of fundamenteel?
De scherpe daling van de lange rentes en de fors vlakkere rentecurves deden recent vele wenkbrauwen fronsen. Wat ziet de markt dat de (meeste) economisten niet zien? Groeit er twijfel over de kracht van het post-corona herstel zodra de acute crisismaatregelen worden teruggeschroefd? Of gaan de coronavarianten het herstel nog dusdanig dwarsbomen waardoor de reflatietrade minstens tijdelijk ‘on hold’ wordt gezet. In dat geval moeten ook de centrale banken het normalisatieproces vertragen. Tot nader bericht wijzen de data in de VS en Europa niet op zo’n doemscenario. De waarschuwing van de Chinese regering, annex onmiddellijke versoepeling door de centrale bank, stelde de groeitwijfelaars allesbehalve gerust. Anderen wijten de scherpe herpositionering in de rentemarkt vooral aan ‘technische’ factoren. Mogelijk waren veel investeerders te ver vooruitgelopen op een afbouw van de obligatieaankopen. De eenzijdig gepositioneerde (rente)markt was kwetsbaar voor correctie. Die correctie kwam er in een context waar er (tijdelijk) ook weinig aanbod was van nieuw Amerikaans overheidspapier.
Wat dat aanbod betreft krijgen we vandaag en morgen mogelijk meer duidelijkheid. Vandaag brengt de Amerikaanse Schatkist $58 mld obligaties met een looptijd van 3j naar de markt en worden ook $38 mld 10j obligaties aangeboden. Morgen volgt dan het ultra-lange segment van de curve ($24 mld 30j papier). Hoe vlot wordt dit papier geplaatst na de forse rentedaling, en in principe dus aan veel minder aantrekkelijke voorwaarden? De eerste indicaties vanmorgen suggereren alvast niet dat de markt dit aanbod ‘vreest’. De rentes brokkelen opnieuw af.
De Europese kalender is deze week zo goed als leeg. ECB-topvrouw Lagarde heeft haar punt over het belang van de ECB-vergadering van 22 juli ondertussen gemaakt. In de VS zijn wel een reeks potentiële ‘market movers’. De CPI-inflatie (dinsdag) bleef in juni waarschijnlijk ver boven de 2%-doelstelling (4.9% verwacht voor de algemene inflatie, 4.0% voor de kerninflatie). Idem voor de producentenprijzen op woensdag. Het minste wat je kan zeggen is dat de markten recent ‘ietwat selectief’ waren in hun reactie op data. Minder goede/softe deelindicatoren kregen (bijvoorbeeld in de ISM’s en payrolls) duidelijk meer gewicht dan positieve aanwijzingen. De vraag lijkt dan ook: hoe sterk moet de inflatie verrassen om de markt te doen twijfelen aan het ‘tijdelijk’ karakter? Inzake activiteit data houden we een oogje op het KMO bedrijfsvertrouwen (dinsdag), regionaal bedrijfsvertrouwen (donderdag) kleinhandelsverkopen (vrijdag) en consumentenvertrouwen (ook vrijdag). Buiten de VS wordt met meer dan gemiddelde aandacht uitgekeken naar de groei in het tweede kwartaal in China (donderdag). Was die echt zo slecht dat de regering en de PBOC snel moesten ingrijpen? Tenslotte staat de uitgebreide data-update in het VK op het menu.
Centrale bankiers nemen opnieuw een prominente rol in. De Bank of Canada, een van de voorlopers op weg naar beleidsnormalisatie, bouwt mogelijk de obligatieaankopen verder af. Toch is het ver van zeker of de globale markt dit ‘trendzetter signaal’ oppikt. Fed-voorzitter Powell licht het beleid toe voor het Congress (woensdag, donderdag). Op woensdag, maakt de Fed ook het Beige Book bekend, een voorbereidend document voor de beleidsvergadering van 28 juli. Last but not least krijgen we de eerste bedrijfsresultaten voor het tweede kwartaal. Meer nog dan naar de resultaten zelf, kijkt de markt uit naar de ‘forward guidance’. Niet enkel de beurzen, maar ook de rentemarkten willen weten of er ook bij de bedrijven tekenen van ‘groeitwijfel’ opborrelen. Genoeg stof dus om de vakantiemodus in de markten nog even af te houden.