ECB-vergadering van 22 juli wordt meer dan een ‘vakantie-versie’
Lagarde niet gehaast om soepel beleid af te bouwen
Vorige week maakte de ECB de herziening van haar beleidskader bekend. Kort samengevat streeft de ECB vanaf nu naar een inflatie van 2%. De oude formulering van ‘dichtbij maar onder 2%’ werd verlaten. De doelstelling is voor de middellange termijn. De ECB probeert door korte termijn schommelingen te kijken. Ze gaat ook even doortastend optreden tegen blijvende afwijkingen beneden de doelstelling als tegen een inflatie boven target. De doelstelling is dus symmetrisch. Daarnaast wil de ECB ook de inflatiemaatstaf/meeting verfijnen om de kosten van huisvesting correcter in te schatten.
Op zich bepaalt het nieuwe raamwerk de inflatiestrategie van de ECB op langere termijn. In een interview dit weekend met het persagentschap Bloomberg liet Lagarde verstaan dat die gevolgen voor het beleid op de vergadering van de 22 juli al eens tegen het licht zullen worden gehouden. Dat zal waarschijnlijk leiden tot een bijsturing van de ‘forward guidance’, de aanwijzingen die ECB de markt geeft in verband met haar toekomstig rentebeleid en obligatieaankopen. Mogelijk moet het beleid langer soepel blijven om die nieuwe doelstelling te halen. In lijn met eerdere commentaren, benadrukte de ECB-voorzitster dat het PEPP-crisisaankoopprogramma ‘minstens’ loopt tot maart 2022. Zelfs als de acute crisissteun dan ophoudt, kan het bestaande programma ‘vervellen’ (transit) in iets nieuws. De ECB moet alle middelen blijven inzetten om de doelstelling te halen. Afgezien van eventuele aanpassing van de ‘guidance’ aan het nieuwe kader, gaf Lagarde aan dat ze maar ‘gereserveerd optimistisch’ is over het economisch herstel. De nieuwe varianten kunnen nog steeds roet in het eten strooien en de huidige inflatie-opsprong krijgt nog steeds het label tijdelijk. In die context wil Lagarde voorkomen dat de markt op korte termijn gaat anticiperen op een exit van het ultra-soepel crisisbeleid.
Op de vergadering van juni was er al wat onenigheid tussen ‘duiven’ en ‘haviken’ over het al of niet aanhouden van het verhoogde tempo van PEPP obligatie-aankopen in het derde kwartaal. Het ziet er naar uit dat de ‘duiven’ nu ook de druk opvoeren om, met het nieuwe beleidskader in de hand, het beleid op lange termijn soepeler te houden. In principe kan dit een stijging van de lange rentes afremmen. Een bestendiging van hogere aankopen na het afronden van PEPP zou ook goed nieuws zijn voor obligaties van perifere landen. Vooral de lange rentes hebben recent natuurlijk al een stevige stap lager gezet. Ook de eerste reactie van de euro vanmorgen is uiterst gematigd. EUR/USD (1.1865) houdt het grootste deel van de winst van eind vorige week vast.