Economisch scenario: update november 2025
Uit het departement: “Sterkte en veerkracht, ondanks alles”
Ondanks de shutdown in de VS vertoonde de Amerikaanse economie vorige maand tekenen van veerkracht: de inflatie blijft er ruim boven de doelstelling en de arbeidsmarktcijfers waren positiever. Ook de bbp-groei in de eurozone overtrof vorig kwartaal met 0,2% op kwartaalbasis de verwachtingen, al waren er grote verschillen tussen de lidstaten, terwijl de inflatie in oktober daalde van 2,2% naar 2,1%. In China boette de economie na een veerkrachtige eerste jaarhelft wat aan momentum in, waardoor de groeiverwachting van KBC daalt van 5,0% naar 4,9%.
Blikvangers
- Ondanks de verscherpte sancties van de VS en de EU tegen de Russische energiesector daalden de olieprijzen vorige maand met 2% tot 64 USD per vat. Aangezien de OPEC+ haar olieproductiequota dit jaar aanzienlijk heeft verhoogd en het aanbod van niet-OPEC+-landen snel blijft groeien, blijft er een overaanbod op de oliemarkt bestaan. Sancties op de invoer van Russisch LNG hadden ook weinig effect op de Europese aardgasprijzen, die ongewijzigd bleven op 31 EUR per MWh. De termijnmarkten verwachten nog altijd dat de prijzen de komende jaren zullen dalen, aangezien de wereldwijde LNG-uitvoercapaciteit de komende jaren aanzienlijk zal toenemen.
- De inflatie in de eurozone daalde in oktober van 2,2% naar 2,1% en schommelt daarmee rond de doelstelling van de ECB. De kleine daling is vooral toe te schrijven aan niet-kerncomponenten, met een afname van zowel de voedingsprijs- als de energie-inflatie. De kerninflatie bleef stabiel op 2,4%, waarbij de daling van de goedereninflatie werd gecompenseerd door een stijging van de diensteninflatie. Die laatste is allicht van tijdelijke aard, aangezien de loongroei vertraagt. Daar het laatste inflatiecijfer in lijn lag met de verwachtingen, handhaven we onze inflatieprognoses van 2,1% en 1,8% voor respectievelijk 2025 en 2026.
- De inflatie in de VS blijft ruim boven de doelstelling. De CPI-inflatie liep in september op van 2,9% naar 3,0%. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door hogere benzineprijzen. In tegenstelling tot de brede inflatie daalde de kerninflatie van 3,1% naar 3,0%. Dit was grotendeels te danken aan een afname van de inflatie inzake eigenwoninghuur. De diensteninflatie (exclusief huisvesting) was ook relatief laag. De goedereninflatie is nog altijd hoog, omdat de invoertarieven geleidelijk in de consumentenprijzen worden doorberekend. We verlaagden onze prognose voor de Amerikaanse inflatie in 2025 naar 2,7% maar houden de voorspelling voor 2026 constant op 2,6%.
- De bbp-groei in de eurozone in Q3 overtrof met 0,2% op kwartaalbasis de verwachtingen. Er waren wel grote verschillen tussen de lidstaten. Portugal, Spanje, Frankrijk en Nederland lieten sterke groeicijfers optekenen, terwijl de Duitse en Italiaanse economieën het afgelopen kwartaal stagneerden. Ook de indicatoren voor het ondernemers- en consumentenvertrouwen zijn aanzienlijk verbeterd. We verhogen daarom onze groeiprognose voor 2025 van 1,2% naar 1,4% en voor 2026 van 0,9% naar 1,0%.
- Ondanks de shutdown in de VS vertoonde de Amerikaanse economie vorige maand tekenen van veerkracht. De arbeidsmarktcijfers waren positiever. De werkgelegenheid in de privésector groeide opnieuw en het aantal werkloosheidsaanvragen bleef over het algemeen stabiel. De indicator voor het ondernemersvertrouwen verbeterde ook, met name voor de dienstensector. Het consumentenvertrouwen daalde evenwel, wat wijst op lagere consumentenuitgaven in het vierde kwartaal. Gezien de positieve cijfers en het recent handelsakkoord tussen de VS en China handhaven we onze groeiprognose van 1,9% voor 2025 en stellen we die voor 2026 bij van 1,5% naar 1,7%.
- De bbp-cijfers voor het derde kwartaal bevestigen dat de Chinese economie na een veerkrachtige eerste jaarhelft wat aan momentum heeft ingeboet. We verlagen daarom de verwachte bbp-groei voor 2025 van 5,0% naar 4,9%, maar laten het groeivooruitzicht voor 2026 ongewijzigd op 4,4%. De handelsovereenkomst met de VS, die het totale Amerikaanse tarief op invoer uit China deels terug verlaagt, is evenwel een welkome ontwikkeling die de onzekerheid op handelsgebied op korte termijn vermindert.
- De ECB en de Fed sloegen tijdens hun respectievelijke beleidsvergaderingen in oktober een verschillende toon aan. De ECB liet de rente ongewijzigd, nu de eurozone zich in een “goede positie” bevindt, met een inflatie die rond de 2%-doelstelling schommelt. Wij verwachten dat de huidige depositorente van 2% ten minste tot eind volgend jaar gehandhaafd blijft. De Fed daarentegen heeft de beleidsrente in oktober opnieuw verlaagd. Hoewel Fed-voorzitter Powell twijfels heeft geuit over een volgende renteverlaging in december, verwachten wij toch dat die zal plaatsvinden. Wij rekenen op nog twee renteverlagingen begin 2026, waardoor de Amerikaanse beleidsrente op een neutraal niveau komt. De risico's van een tragere normalisering van het monetair beleid zijn evenwel aanzienlijk toegenomen.