Italië vs Europa: één voor allen, allen voor één?

Ieder huisje heeft zijn kruisje, luidt het mooie spreekwoord. Het kruis van de Italiaanse economie is een behoorlijk zwaar om te dragen. Voorlopig kan de Italiaanse regering op weinig clementie rekenen van de Europese Commissie die gisteren de ingediende Italiaanse begroting officieel afkeurde, een primeur in Europa. Geen clementie, maar wel penitentie. Europa wenst dat Italië op het besparings- en hervormingspad blijft. En zo nodig kan de Europese Commissie Italië een financiële sanctie opleggen van 0,2% van het BBP. Het is weinig waarschijnlijk dat de Italiaanse regering daarvan wakker zal liggen. Bovendien is het ook geen effectieve maatregel om het begrotingstekort te reduceren. Het conflict gaat over geloofwaardigheid, zowel voor Rome als voor Brussel: een regering die naar de stem van het volk luistert, versus een Europese Commissie die de Europese economie beschermt tegen de uitspattingen van sommige EU-lidstaten. En vooral gaat het over het doorschuiven van de zwarte piet voor het onvermijdelijke: onpopulaire maatregelen nemen om het Italiaanse tij te keren.
De financiële markten zijn genadeloos voor Italië. De 10-jaarse rente op Italiaanse overheidsobligaties bedraagt intussen 3.5%. Een verdere stijging richting 4% of meer mogen we toch wel beschouwen als problematisch. Een rentesneeuwbal kan de Italiaanse schuldpositie dan onhoudbaar maken. De geschiedenis herhaalt zich, helaas een weinig heroïsche periode uit de recente Europese economische geschiedenis.
De grote vraag bij de Italiaanse capriolen is of het probleem tot Italië beperkt zal blijven. Elke EU-lidstaat kent wel een aantal economische uitdagingen, gaande van de begroting tot concurrentiehandicaps, demografische uitdagingen etc. Al die factoren wegen fundamenteel op de economische prestatie. Financiële markten zijn steeds op zoek naar de zwakste schakel. Door een gebrek aan flexibele wisselkoersen in de EMU, springt de langetermijnrente in het oog. Na Italië kunnen andere EMU-landen als dominostenen in het spel omvallen. Een gevaarlijk spel, want escalatie van een schuldencrisis kan pijlsnel plaatsvinden. Wijze lessen uit de geschiedenis…
Voorlopig merken we nog weinig van besmetting naar andere Europese markten. De langetermijnrente van enkele landen veerde enigszins op de afgelopen dagen, maar zeker niet in dezelfde mate als de Italiaanse rente. Uit het verleden weten we echter dat een schuldencrisis zelden beperkt blijft tot één slachtoffer. De beste verdedigingsmuur tegen mogelijke internationale verspreiding is gezond economisch beleid. Alle EMU-lidstaten moeten hun begroting indienen bij Europa. Sommige landen maken duidelijk gebruik van de Italiaanse situatie om hun eigen begrotingsinspanningen af te zwakken. Niemand zal immers meer de toorn van de Europese Commissie over zich heen krijgen dan Italië. Dat is een gevaarlijke gedachte. Enerzijds vertraagt deze houding de noodzakelijke hervormingen en besparingen in gans Europa. Anderzijds speelt Europa op deze manier met vuur. Een nieuwe Europese schuldencrisis kan een economische crisis uitlokken. Dergelijk dramatisch scenario moet worden vermeden. Praten is de boodschap. De zoektocht naar een compromis tussen de stugge Italiaanse en Europese houdingen is nodig, maar dat compromis zal hopelijk heel dicht bij de normen van de Europese Commissie liggen. Dat is geen politieke keuze, maar een economische noodzaak.