ECB klaar voor copy-paste in 4e kwartaal
De ECB besliste vandaag unaniem om de depositorente voor een tweede keer dit jaar te verlagen met 25 basispunten, van 3.75% tot 3.50%. In een wereld van overtollige liquiditeit blijft de depositorente het voornaamste beleidsinstrument. In maart kondigde de centrale bank al aan dat het verschil met de herfinancieringsrente (refi; 4.25% tot 3.65%) vandaag zou zakken van 50 bpn tot 15 bpn.
De renteverlagingen stonden in de sterren geschreven. Net als in juni en in juli geeft de ECB geen specifieke richtlijnen voor de komende meetings. “Afhankelijk van de data”. Lagarde en co hebben hun lesje begin dit jaar geleerd. In juni kon de centrale bank ondanks opwaartse herzieningen voor groei en inflatie niet anders dan toch de rente te verlagen. Die renteknip had ze in maart en april al iets te stevig in de markt gezet. Nieuwe groei- en inflatievooruitzichten sterken onze visie dat de ECB voorlopig de rente blijft verlagen op kwartaal- en niet op meetingbasis. Het verwachte inflatiepad is hetzelfde als in juni: gemiddeld 2.5% dit jaar, 2.2% volgend jaar en 1.9% in 2026. Voor onderliggende kerninflatie staat 2.9%-2.3%-2% in de boeken. Het groeipad in 2024-2026 (0.8%-1.3%-1.5%) ligt marginaal lager dan in juni omwille van iets zwakkere consumptiegroei. Vorig kwartaal besliste de ECB op basis van quasi dezelfde voorspellingen om in juli de rentes stabiel te houden vooraleer ze vandaag opnieuw te verlagen. Een eenvoudige copy/paste betekent ongewijzigde rentes in oktober en een beleidsrente van 3.25% in december. Dan heeft de ECB ook opnieuw geactualiseerde stafvooruitzichten ter beschikking.
De korte periode tot de volgende ECB-vergadering (17 oktober) betekent dat Lagarde en co slechts over één extra inflatierapport en één extra PMI-enquête zullen beschikken. De kans dat die het economische plaatje en de outlook danig beïnvloeden is klein. De centrale bank geeft bovendien zelf toe dat de inflatiedynamiek naar jaareinde toe zal versnellen omwille van ongunstige, energie-gerelateerde basiseffecten (sterke prijsdalingen in het laatste kwartaal).
Lagarde distantieert zich al enkele maanden openlijk van de Fed. De ECB is de Fed niet. De volgende maanden krijgt de Française de kans om die woorden hard te maken. We verwachten dit jaar nog stevige renteverlagingen door de Fed. Markten zullen geneigd zijn om de druk op de ECB op te voeren, maar we denken niet dat die zal happen. Het koppig vasthouden aan het negatieve rentebeleid in de aanloop naar de pandemie, en terughoudendheid om daarna het volle pond te geven in de inflatiestrijd maken dat de ECB veel minder manoeuvreerruimte heeft richting neutrale renteniveaus (2%-2.5%) in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Fed. Europese rentes zijn beter beschermd dan Amerikaanse, vooral aan het korte eind van de curve. Een verdere daling van het kortetermijnrenteverschil in het nadeel van de dollar beschermt EUR/USD. De volgende weken zetten we nog steeds in op een stijging richting de 2023-top van 1.1276. Die technische weerstand valt samen met het 62%-herstelniveau van de EUR/USD-daling tussen 2021 en 2022.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal