NBP wordt (iets) milder…
De Poolse centrale bank (NBP) en haar ietwat flamboyante voorzitter Glapinski zijn een vreemde eend in de monetaire bijt, zowel regionaal als in de globale monetaire trendbeweging. De NBP hield de rente deze week stabiel op 5.75% en dat blijft nog wel even zo. Tijdens de toelichting toonde Glapinski zich wel van zijn ‘milde kant’. Recent was de boodschap nog dat er geen renteverlaging zou komen voor … 2026! Nu kan er misschien over worden gesproken ergens midden volgend jaar. Als alles gunstig verloopt natuurlijk.
Vanwaar de stugge houding om het beleid zo strikt te houden? Het NBP-beleid heeft een stevig politiek randje. Het beleidscomité is vooral aangesteld door de vorige PiS-regering en is niet van plan om de nieuwe regering van Donald Tusk monetaire cadeautjes te doen. Juist voor de verkiezingen van oktober vorig jaar verlaagde de NBP de rente zowat uit het niets 100 bpn! De inflatie bedroeg nog 10%, maar de centrale bank concludeerde dat een zwakke vraag het desinflatieproces zou bestendigen. Ruimte om te versoepelen dus. De NBP kreeg gelijk. De inflatie koelde verder af en bereikte in juni de 2.5%-doelstelling. De kerninflatie nestelde zich tussen 3.5% en 4%. Toch was die daling geen reden om het beleid verder te versoepelen. De inflatie zou immers opnieuw stijgen. Opnieuw kreeg de NBP gelijk. Na een stevige opsprong in juli staat inflatie in augustus opnieuw op 4.3%! Die stijging is vooral resultaat van de afbouw van maatregelen om de gevolgen voor de consument van de prijsopstoot na de oorlog in Oekraïne te temperen. Dit duwt onder meer energieprijzen fors hoger. De NBP verwacht dat de inflatie daardoor eind dit jaar terug oploopt tot (boven) 5%. Begin 2025 volgt nog een stap in de afbouw. Of dit soort fiscale correctie de ‘onderliggende’ inflatie aanwakkert is voer voor discussie.
De NBP voert aan dat hogere energieprijzen de inflatieverwachtingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast wijst ze ook op de inflatoire impact van een soepel fiscaal beleid en naar hoge reële loonstijgingen. Degelijke groei in het tweede kwartaal (1.5% kw/kw, 3.2% j/j) suggereert ook dat er geen haast is om de economie een duwtje in de rug te geven. Een verhaal met politieke en economische nuances dus. Glapinski gaf gisteren aan dat de inflatie waarschijnlijk pas midden volgend jaar echt de daling inzet. Dan kan het debat over een renteverlaging beginnen, al weet de NBP-gouverneur nu al dat het in het beste geval met kleine stapjes zal zijn. Ook dan is het nog te vroeg om een echte versoepelingscyclus aan te kondigen.
De NBP-analyse is op zijn minst streng. Polen is ook geen monetair eiland. In het scenario waarin de Fed de rente dit jaar stevig terugschroeft zal de druk op de NBP toenemen om te volgen. De markt gaat uit van een mogelijke eerste renteverlaging in het eerste kwartaal van volgend jaar. Op korte termijn kan de zloty nog even sterk blijven in de handelsband EUR/PLN 4.25-4.40. Zodra duidelijk wordt dat de NBP sneller de globale trend zal (moeten) volgen, zetten we in op een verzwakking richting EUR/PLN 4.40+. De zone EUR/PLN 4.25 blijft hoe dan ook een sterke steun (weerstand voor de zloty).