Goed nieuws, ander nieuws: de rente stijgt!
![](https://wcmassets.kbc.be/content/dam/kbceconomics/siteadmin/OverKBC/PeterWuytsPortret.jpg/_jcr_content/renditions/cq5dam.web.480.9999.jpeg.cdn.res/last-modified/1701272851878/cq5dam.web.480.9999.jpeg)
Vrijdag stond met de Amerikaanse payrolls één van de belangrijkste maandelijkse cijfers op de agenda. Zou het rapport iets veranderen aan de opwaartse rentetrend? Interpretatie van data is vaak subjectief, maar we concluderen dat het rapport weinig impact had. De markt gaat vooral haar eigen weg.
Eerst even kort naar de payrolls. Er werden in de VS in april 428 000 netto jobs gecreëerd; meer dan verwacht. Andere componenten (werkloosheidsgraad 3.6%, loongroei 5.5% j/j en participatiegraad 62.2%) hadden iets sterker gekund, maar waren kort bij de verwachting. Heel even was er een aarzeling, maar al snel hernamen de rentes hun niet te stoppen opwaartse trend. De payrolls waren absoluut niet van die aard om de door Powell en co uitgetekende anti-inflatiecampagne in vraag te stellen. Opvallend: de stijging zette zich vooral door aan het lange eind van de curve en via hogere reële rentes. Een belegger in een Amerikaanse obligatie op 10 jaar krijgt niet langer enkel een vergoeding voor het inflatierisico. De reële rente (nominale rente minus inflatieverwachtingen) is voor het eerst sinds begin 2020 opnieuw positief: 0.30%. Begin maart was die reële rente nog meer dan 1% negatief! Twee factoren spelen een rol. De markt vertrouwt dat de aanpak van de Fed de juiste is en dat de economie sterk genoeg is om de normalisatie het hoofd te bieden. Bovendien gaat de Fed begin juni een deel van de obligaties op haar balans op vervaldag niet herinvesteren (“Quantitative Tightening”). Concreet haalt de Fed liquiditeit uit de markt en laat ze meer obligaties in de markt. Nu de Fed als grote koper wegvalt, kunnen alternatieve kopers een betere vergoeding uit de brand slepen. Hoe dan ook hebben we de indruk dat er op dit moment minstens evenveel ‘forward guidance’ is van de markt die zegt wat de centrale bankiers best doen, eerder dan omgekeerd zoals dat tot voor kort het geval was. Wie nog twijfelde of we in een ander rentetijdperk zijn aanbeland, wordt alle dagen met zijn neus op de (technische) feiten gedrukt. Zo nestelden alle Amerikaanse rentes langer dan 5 jaar zich boven 3.0%!
Opvallend, ook de Europese rentes moesten vrijdag nauwelijks onderdoen voor hun Amerikaanse tegenvoeters. Zo vatte de Duitse 10-j rente post boven de belangrijke technische kaap van 1%/1.06%! De 10-j swaprente (1.96%) krijgt ondertussen de kaap van 2% in het vizier. Vorige week vermeldden we al dat een aantal ECB-gouverneurs de vergadering van juni niet langer uitsluiten als optie voor een eerste renteverhoging. Dit debat gaat deze week zeker verder. Een lange reeks ECB-prominenten, waaronder ECB-voorzitster Lagarde, komen aan het woord. Zoals naar aanleiding van de payrolls gaan we er vanuit dat er geen weg terug is voor de Europese rentes. Ofwel neemt de ECB de inflatiehandschoen op en gaat ze snel aan het werk. Dan stijgen vooral de korte rentes. Ofwel blijft het een vaag ’enerzijds-anderzijds verhaal’. Dan neemt de markt zo goed als zeker het stuur nog krachtiger in handen via hogere lange rentes en een zwakkere euro, die het inflatieprobleem alleen maar groter maakt. Weinig keuze dus voor de ECB. Dan toch maar liever zelf meesturen in plaats van het initiatief volledig over te laten aan een nukkige markt?
EMU 10-j swaprente stevent op 2% af. Eventueel met, maar waarschijnlijk ook zonder het fiat van de ECB.
![](https://wcmassets.kbc.be/content/dam/kbceconomics/Apps/GrafiekMR0905Rente.png/_jcr_content/renditions/cq5dam.web.2000.9999.png.cdn.res/last-modified/1672930269133/cq5dam.web.2000.9999.png)