BoC met de tweede onderbreking
Terwijl de Poolse rentebeslissing van afgelopen woensdag, nu al de verrassing van het jaar, nog nazindert, blikken we vandaag terug op de centrale bank die toen amper de koppen haalde. Maar we wijzen niemand met de vinger. Met het botte mes in de rente of een weloverwogen analyse die tot een status quo leidt. Het ene klinkt nu eenmaal sappiger dan het andere.
De Bank of Canada (BoC) hield de beleidsrente eergisteren onveranderd op 5%. We mogen daarbij niet vergeten dat de afbouw van de opgeblazen balans onverminderd voort gaat. Die bereikte in de nasleep van de pandemie een record van C$575 miljard, te vergelijken met C$120 miljard net voor het uitbreken ervan. Ondertussen staat de teller op C$350. Het is de tweede keer dat de BoC een rentepauze inlast. Vorige keer deed ze dat in maart (op 4.5%) om later toe te geven dat ze de stugge prijsdynamiek had onderschat. Canadese inflatie versnelde in juli opnieuw van 2.8% tot 3.3%. De sterkste toename sinds het desinflatieproces begon in juni 2022 is onder meer het gevolg van de stijgende olieprijzen. Andere landen en hun centrale banken worden hier binnenkort ook mee geconfronteerd (Amerikaanse inflatie volgende week). Onderliggende maatstaven die de BoC van dichtbij opvolgt, koelden wel af in juli maar dat verloopt traag. Zowel het j/j-cijfer als het voortschrijdend driemaandelijks gemiddelde bedraagt ongeveer 3.5%. Anders gezegd: de voorbije maanden was er nauwelijks verbetering. De BoC maakt zich daar duidelijk zorgen over.
Tegelijk ziet ze de effecten van de eerder doorgevoerde monetaire verstrakking met vertraging doorsijpelen. De economie schakelde meerdere versnellingen terug – het afgelopen kwartaal zelfs nipt in achteruit (-0.2% kw/kw geannualiseerd). En er zijn signalen van ontspanning op de arbeidsmarkt. Nog niet zozeer in de loongroei, wel in het aantal vacatures en de werkloosheidsgraad. Vanmiddag weten we of die trend zich in augustus verderzette.
De BoC houdt voor zichzelf wel voldoende elleboogruimte. Ze kan de rente alsnog verhogen mocht dat nodig zijn. Dat is echter niet waar de Canadese geldmarkt op vandaag rekening mee houdt. Ze dicht dergelijk scenario ongeveer één kans op drie toe. In een toespraak gisteren klonk BoC-gouverneur Macklem minder eenzijdig. Er is vooral veel bezorgdheid over de algemeenheid van de forse prijsstijgingen. Zo’n 60% van de CPI componenten tekenen vandaag inflatie op van meer dan 3%. Voor 45% gaat het zelfs over >5%. In normale omstandigheden (met 2% inflatie) is dat respectievelijk 30% en 15%.
Een eventueel laatste renteverhoging brengt hoe dan ook weinig zoden aan de dijk voor de Canadese dollar. De munt heeft het de laatste weken moeilijk, vooral tegen zijn Amerikaanse naamgenoot. In een context van afkoelende (wereld)groei is er allicht weinig beterschap op komst. De belangrijkste CAD-troef, olie, doet het recent (zeer) goed. Maar dat is vooral dankzij de productiebeperkende OPEC-maatregelen, niet door een sterke cyclische vraag. USD/CAD herstelde van 1.31 begin juli voorbij belangrijke weerstand op 1.364 en verder richting 1.37 begin deze maand. De volgende referentie in de omgeving van 1.38 is de laatste horde voor een terugkeer richting de 2022-top van 1.3977.