OPEC+ neemt de markt alweer tegenvoets
We behandelden hier gisteren de stortvloed aan belangrijke Amerikaanse data aan de start van de nieuwe maand. Vandaag duiken we opnieuw in de recente geschiedenis want vorige week vond ook een belangrijke top van OPEC+ plaats. Het resultaat daarvan is wel degelijk belangrijk, zeker in het licht van de laatste ontwikkelingen rond het nucleair akkoord met Iran.
De OPEC+ verrast graag. Het is misschien een boutade, maar ze klopt vaker wel dan niet. In maart hield het clubje olie-exporterende landen de bestaande productiebeperkingen van een slordige zeven miljoen vaten per dag nog in voege. In een onzekere context primeert voorzichtigheid, was de redenering. De markt verwachtte nochtans anders, de aanhoudende Chinese groei en het ontluikende herstel in de VS en Europa indachtig. Een maand met verstrengde, vooral Europese, lockdowns later, verandert OPEC+ het geweer van schouder. Opnieuw nam ze menig analist, auteur inclusief, tegenvoets. De organisatie heeft ondertussen voldoende vertrouwen in de economische remontada en bereidt een graduele afbouw van de productiebeperkingen voor. Concreet: in mei en juni belanden telkens 350 000 extra vaten op de markt. In juli worden dat er 450 000. Naast haar reguliere bijdrage in de productieknip, pompt Saudi-Arabië sinds februari op vrijwillige basis nog eens één miljoen vaten minder op. Dat stelsel dooft over dezelfde driemaands-periode gradueel uit. In totaal zullen dorstige machines zich vanaf juli dus aan meer dan twee miljoen extra vaten kunnen laven. Ondanks het aanzienlijk bijkomend aanbod, nam de oliemarkt de U-bocht eigenlijk goed op. Een vat ruwe Brentolie sloot de bewuste 1 april af met een mooie winst kortbij $65 per vat. De gefaseerde aanpak door OPEC+ maakte de boodschap verteerbaar.
Dat ligt anders wanneer er plotsklaps nog eens twee miljoen vaten met Iraanse roots de markt overspoelen. Eerder vorige week raakte bekend dat de VS, samen met Rusland, China en de EU opnieuw aan tafel wil met Iran. Ter discussie ligt het nucleair akkoord van 2015 (JCPOA) waar voormalig president Trump de stekker in 2018 uit trok. Dat vormde de aanleiding voor hernieuwde Amerikaanse sancties die onder meer de Iraanse oliesector viseerden. Tot dan exporteerde Iran dagelijks zo’n 2,5 miljoen vaten. Aan de vooravond van de op dinsdag geplande herstart van de gesprekken, maakte de markt zich toch wat zorgen. Iran eist een onmiddellijke opheffing van alle sancties in ruil voor de stopzetting van nucleaire verrijking. Wat als heren en dames onderhandelaars het eens raken over JCPOA 2.0? Breekt dan de oliezondvloed los? Ruwe Brentolie tuimelde bijna $3/vat. De rust op de oliemarkt keerde wel snel terug. De gesprekken bevinden zich nog in een pril stadium en een snel akkoord is allesbehalve evident. Zeker als zelfs sanctie-omzeilend Iran eisen begint te stellen. Het land ziet zijn onderhandelingspositie namelijk versterkt dankzij massale olie-afname door China. Dat begint bij de markt te dagen.
Vanuit technisch oogpunt ontwikkelde zich de afgelopen weken een vrijwel symmetrische driehoek. De technische theorie dicht een breuk langs een van beide zijden min of meer eenzelfde kans toe. Met behulp van het fundamenteel plaatje situeren we de risico’s toch vooral langs de bovenzijde. In de veronderstelling dat China op hetzelfde elan verder gaat, de VS en het VK de economie verder heropenen én de Europese inhaalbeweging wat vaccinaties betreft eindelijk is ingezet, verwachten we de komende maanden een versteviging van het zwarte goud richting $70/vat.