Het ene stimuleringsplan is het andere niet
‘Stimulus’ is een passe-partout geworden die veel economische problemen het hoofd moet bieden. Eerst keek men daarvoor vooral richting centrale banken. Hun arsenaal was bij de start van de coronacrisis al in belangrijke mate uitgeput. Om de blijvende schade voor de economie zo veel mogelijk te voorkomen, nam het fiscaal beleid over. In bepaalde regio’s, zoals Europa, waren meer automatische stabilisatoren ingebouwd (sociale zekerheid). Andere regio’s namen meer ad-hoc-maatregelen. Het steunpakket ter waarde van $1900 miljard dat de regering Biden eerder dit jaar goedkeurde, viel onder die categorie.
Met het nieuwe pakket ter waarde van $2250 mld zette Biden echter een kwalitatief andere stap. De overheid is hier niet meer een ‘fiscale redder’ in tijden van nood. Het geloof in de noodzaak van stimulus leidt er in de logica van de Democratische partij toe dat de overheid ook een grotere rol heeft in het globaal economische spel. De overheid trekt meer mee aan het stuur. Het tijdperk van lagere belastingen en dan de economie zijn werk laten doen, is op terugweg. Biden steekt dat ook niet onder stoelen of banken. Het is ‘a once-in-generation investment in America’.
Even een kort overzicht van het plan. Het trekt $621 mld uit voor transportinfrastructuur. Dat dekt een hele waaier van bruggen, wegen, spoorwegen tot ondersteuning van de overgang naar elektrische wagens. $651 mld gaat naar scholen, vergroening van woningen, het elektriciteitsnet, etc. $480 mld zet in op de versterking van de maakindustrie. Naast het economische verhaal is er een geopolitiek en zelfs een protectionistisch kantje waarmee de VS zich voor bepaalde goederen meer onafhankelijk wil maken van de aanvoerketting uit o.a. uit China. $400 mld gaat naar voorzieningen voor ouderen en mensen met een beperking. $200 mld ondersteunt de verdere uitrol van up-to-date internet en jobtraining. In tegenstelling tot het vooral door schuld gefinancierde coronaplan, draagt een verhoging van de bedrijfsbelasting van 21% tot 28%, een minimumbelasting, een belasting op buitenlandse winst en afschaffen belastingvoordelen onder meer in de oliesector nu de kosten. Dit is overigens nog niet het einde van de plannen van Biden. Zijn administratie werkt aan een sociaal plan ter waarde van $1 mld met onder meer bijkomende financiering voor de gezondheidszorg en kinderbijslag. De financiering daarvan komt van hogere belastingen voor rijke individuen.
De marktreactie op de plannen was beperkt. De grote lijnen waren al bekend. De plannen wachten wel nog een hobbelig parcours in het Congres. Een aantal topics zullen sneuvelen, andere grondig bijgestuurd. Mogelijk heeft de voorzichtige marktreactie nog een andere reden. Langetermijn investeringsplannen hebben tot doel om de ‘productiefunctie’ van een land te verbeteren. Wie in dit vroege stadium de structurele verbeteringen voor de Amerikaanse economie al kan inschatten, mag zijn vinger opsteken. Van sommige maatregelen is ook niet zo duidelijk of het over investeringen gaat, dan wel of ze het label ‘normale overheidsconsumptie’ verdienen. Veel zal ook afhangen van de efficiënte uitvoering van bijvoorbeeld infrastructuurwerken. Even simplistisch en kort door de bocht; niet iedere brug draagt even veel bij tot de verbetering van de economische productiefunctie. Zelfs al wordt een groot deel van het programma al goedgekeurd, de directe impact op de markten zal waarschijnlijk veel beperkter zijn dan die van de corona ad-hoc-plannen die min of meer direct doorsijpelden in de economie.