Investeringsdeal tussen de EU en China
Eind 2020 – juist voor het einde van het Duits EU-voorzitterschap – werd een nieuw principeakkoord over investeringen tussen China en de EU bekend gemaakt. Dit akkoord (CAI – Comprehensive Agreement on Investment) rondt een lang proces van onderhandelingen af dat begon na de China-EU top van 2012. Voorlopig blijft het een principeakkoord: een aantal technische details moeten verder uitgewerkt of opgezet worden (inclusief monitoring en geschillenregeling/-comité). De ratificatie van het akkoord wordt verwacht in de komende twee jaar.
Dit principeakkoord – dat ook gezien wordt als een Europees antwoord op het Phase 1 Trade agreement tussen China en de VS - legt een belangrijke basis voor nieuwe opportuniteiten, in de eerste plaats voor Europese bedrijven. Het geeft hoop en perspectief op een meer transparante, voorspelbare en ‘faire’ en open Chinese investeringsmarkt, zowel wat betreft industrie als diensten. De totale (directe) investeringspositie van Europa in China bleef tot nu al bij al beperkt, zeker wanneer we vergelijken met de VS. De toegang tot een gigantische markt met meer dan 1,4 miljard consumenten en een groot groeipotentieel is van hyperbelang voor de groeikansen van Europese bedrijven. Voor China, dat op basis van de GATS (General Agreement on Trade in Services) reeds ruime toegang heeft tot de EU markt, ligt het belang van de CAI eerder op diplomatisch vlak.
Het akkoord streeft een vrij algemene liberalisering van investeringen na, op basis van een zogenoemde “negative listing” waarbij alleen expliciet vermelde sectoren worden vrijgesteld. Concessies betreffende markttoegang tot de EU of Chinese (investerings)markten (bv. geen kwantitatieve beperking op aantal branches/licenties of binnenlandse monopolierechten) gebeuren op basis van een “positive listing”. Daarbij worden ook strikte regels voorgesteld betreffende het verzekeren van een gelijk-speelveld voor binnen- en buitenlandse bedrijven – ook wat betreft de (semi-) publieke bedrijven (in China). Zo wordt niet alleen gewaakt over niet-discriminatie, maar ook dat toegangsbeperkende vereisten zoals verplichte overdracht van technologie, minimale lokale content in de productie of beperkingen op aandeelhouderschap niet langer worden opgelegd.
Het nieuwe investeringsakkoord heeft een ruim bereik. Het betreft niet alleen verbintenissen voor industriële sectoren zoals de automobielsector, chemie of medische instrumenten. Ook in de dienstensector werden openingen gemaakt voor vrije(re) investeringen. Zo deed China belangrijke toezeggingen op het vlak van de financiële dienstverlening, de dienstverlening in de bouwnijverheid en computerindustrie en de klimaatgerelateerde dienstverlening. Het effende ook de weg naar een vrijere toegang voor onder andere cloud-computing en private gezondheidszorg. Strategische of gevoelige sectoren zoals energie-infrastructuur, land- en mijnbouw of publieke dienstverlening werden wel buiten bereik van dit akkoord gehouden.
Dat dit akkoord – zelfs met toepassingen van de (MFN)-clausule - buiten Europa niet overal op applaus wordt ontvangen, hoeft niet te verwonderen. Het past immers niet volledig in de multilaterale China-strategie die president-elect Biden voor ogen heeft waarbij een gecoördineerde EU-VS houding ten opzichte van China centraal staat.
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist